Van donderdag 15 september tot en met zondag 18 september 2022 organiseerde Koers is Koers voor de achtste keer een fietsreis naar een beroemd wieleroord. Het evenement voerde ons dit jaar naar de legendarische Ronde van Lombardije. Overdag werd er gefietst, ‘s avonds mocht Wielercafé Panache wederom zorgdragen voor het avondprogramma waarin de liefde voor de fiets, zoals altijd, centraal stond.

Alle filmpjes, ervaringen, ontboezemingen, roddels, anekdotes en verhalen zijn verzameld onder de naam De Lombardije Legendes op het blog Spookrijden.nu.

 

Lees/bekijk hier deel 1 van De Lombardije Legendes: Madonna del Ghisallo
Lees hier deel 2 van de De Lombardije Legendes: Op Zoek naar de Schoenen van Hennie Kuiper
Lees/bekijk hier deel 3 van De Lombardije Legendes: De Wereld van Chantal
Lees hier deel 4 van de Lombardije Legendes: Limlollyroze
Lees/bekijk hier deel 5 van De Lombardije Legendes: Genieten
Lees hier deel 6 van de Lombardije Legendes: Dromen van de Koers
Lees/bekijk hier deel 7 van de Lombardije Legendes: De Echte Hennie Kuiper & De Omhelzing
Lees/bekijk hier deel 8 van de Lombardije Legendes: Op Zoek Naar de Geest van Fabio Casartelli

 

***

 

INTRODUCTIEFILMPJE PETER BLANGÉ IN WIELERCAFÉ PANACHE

-door  Arjan Smilde-

 

 

 

“Reality always
Hat too many hats”

Bob Dylan – Cold Irons Bound

 

Een voetballer op waterski’s. Een hardloper die pingpongt. Een zwemmer op een crossmotor. Een bokser die schaakt. Een volleyballer op een racefiets.

Omdat de mens van nature een gewoontedier is, is het even noodzakelijk als broodnodig om out of the box, en vooral the time out of mind, te denken. Niets zo fataal als het doodlopende spoor van de routine waarop de mens zich gemakshalve graag begeeft.

“Waarom veranderen? Zo hebben we het altijd gedaan…”

Waarschijnlijk moet de Canadese producer Daniel Lanois een tennissende hinkstapsprongatleet in gedachten hebben gehad toen hij Bob Dylans fenomenale album Time out of Mind produceerde: ter voorbereiding van de opnamesessies liet hij de bassist keyboard spelen, de drummer gitaar, de gitarist bas en de keyboardspeler drums.

Laten we het beeld van de handballende schansspringer vasthouden als we zaterdagavond 17 september 2022 sportheld Peter Blangé in Wielercafé Panache begroeten. We hebben zojuist het filmpje ter ere van Fabio Casartelli verteerd en zijn vastbesloten dat de richting van het schip rigoureus van koers moet wijzigen.

Geen betere gast dan Peter Blangé.

Hij gooit er in het sappig Haags (zelfs Rotterdammers moeten erkennen dat er geen mooier accent bestaat dan plat Haags) de ene na de andere overheerlijke anekdote te berde brengt. We springen in zijn verleden als Olympisch kampioen, gaan in op het belang van sporten in de breedste zin van het woord, en willen alles weten over het zogenaamde Bankras Systeem.

Volleyballers verschillen niet veel van wielrenners. Bij beide beroepsgroepen zit een steekje los. Waar wielrenners zich vrijwillig onderwerpen aan sfeerverziekende hoogtemeters in Europese gebergten, laten vollyballers zich vrijwillig opsluiten in een sporthal in -godbetert- Amstelveen om pas jaren later, succes onverzekerd, te worden beloond met een gouden medaille.

Wielrenners en volleyballers zijn een beetje gestoord en bij topsporters kan je het bijwoord beetje vervangen door prettig.

Peter Blangé legt uit hoe de chemie werkt om met een groep sportfanatici één doel na te streven. De zaal hangt aan zijn Rotterdams-Haagse lippen; Rotterdams omdat hij zichzelf sinds 1 september 2019 directeur Topsport Rotterdam mag noemen. Wanneer, zo willen wij weten, komt de Tour eigenlijk naar Rotterdam?

Peter Blangé gaat er nader op in.

Als een slalomskiër op een springpaard (of in dit verband een basketballende diplomaat) omzeilt hij met speels gemak concrete toezeggingen. Wel moet Peter op de Olympische volleybalvingers worden getikt als hij zich vergaloppeert aan een linguïstisch schoonheidsfoutje dat een jeukend effect heeft op het Franse bloed van de Spookrijder: met de Tour de France “Fèm” had Peter vast en zeker de Tour de France “Femmes” (fonetisch «fam» ) bedoeld.

Zoals Sault in het Koers is Koers verleden ooit «Soll» was en Lourdes «Loerde’».

‘Waarvan acte!’, zo repliceerde een lachende Peter even later vanuit de zaal met zijn duim omhoog”: Fèm was voortaan «fam»!

Hoe beslissend was díe duim geweest in de Olympische finale van 4 augustus 1996, zo vroeg ik mij kortstondig af.

Maar de hamvraag bleef natuurlijk het hoe en waarom (en sinds wanneer) een volleyballer ervoor koos om een racefietszadel onder de billen te tolereren.

‘Ik fiets nu een jaartje of tien. Toen ik als coach bij Ortec Nesselande werkte kwam ik in contact met een paar jongens van wielerploeg De Rijke, een bekende in jullie regio. Tot mijn verbazing hadden zij een trainingsfiets op mijn lengte beschikbaar. Het was een Stevensfiets die van Dion Beukeboom was geweest, ook zo’n lange gast. Die fiets bleef overigens eerst een jaartje of twee in mijn kelder staan hoor hahaha…’

Peter herinnert zich de eerste valpartijtjes. Jong of oud, ze horen erbij:

‘Natuurlijk ging ik in het begin een paar keer op mijn plaat… vooral bij stoplichten. Standaard situaties… óf je bent te laat om je schoenen uit die klikpedalen te krijgen, óf je krijgt ze überhaupt niet uit die krengen…. een paar jaar geleden kwam ik zwaar ten val op het Kopje van Bloemendaal. Zwaar klote zoiets, maar blijkbaar nodig. Geen idee.

Vervolgens moest ik wennen aan de duurritten… als volleyballer heb je jarenlang getraind op vooral explosiviteit. Tien, vijftien seconden knallen. Hooguit. Maar hoe meer ik ging fietsen, hoe meer ik erdoor gepakt werd. Vooral omdat je gebied, je omgeving, letterlijk vergroot wordt. Ik woon in Oegstgeest dus fietste ik aanvankelijk veel in de duinen, maar al gauw fietste ik naar Noord-Holland, grotere delen van Zuid-Holland en de provincie Utrecht. Ik vond en vind het heerlijk om die wind in je kop te voelen… bij het fietsen kom je tot jezelf…’

Is er eigenlijk een mentaliteits- of cultuurverschil tussen volleyballers en wielrenners?

‘Niet echt nee… ik ken intussen al aardig wat mensen uit de fietswereld… onder meer Steven Rooks, Michael Zijlaard en jullie Lars natuurlijk. Allemaal toffe lui, echt zó’n contact mee!’

Wederom gaat zijn Olympische duim omhoog. Die duim is een museumstuk. Een monument op zich. Ik wil zijn duim in een mal van gips. Ik zou lezingen houden in klaslokalen en hele verhalen kunnen vertellen over duimen die beslissend zijn in topsport.

‘Je reist veel met elkaar, trekt met elkaar op. Je traint hard, maar hebt ook ontzettend veel lol onderling. In de koers is het natuurlijk ieder voor zich… de koers is meedogenloos. Net als een volleybalwedstrijd op het hoogste niveau. Dan móet je… dan zijn er geen excuses meer.’

In Lombardije viel het vooral op dat Peter (geboren 9 december 1964 en dus 57 herfsten tellend) er zo jaloersmakend fit en afgetraind uitziet:

‘Ja dat klopt wel. Ik probeer een beetje op mijn gewicht te letten… hoort een beetje bij de functie als directeur Topsport Rotterdam natuurlijk en ik voel me er ook goed bij. Ik ben geen snoeper, maar lust wel graag een wijntje of een biertje. Ik sport best veel en eet doordeweeks bewust. Naast het fietsen doe ik met mijn partner aardig wat aan krachttraining in de sportschool.

Voor deze trip maakte ik me best een beetje zorgen over de hoogtemeters. Ik was één keer eerder in de Dolomieten geweest, maar dat was serieus slecht bevallen. Met de hulp van Lars heb ik een nieuwe fiets gekocht, een Giant met alles erop en eraan. Ik heb me een beetje aangeleerd hoe ik op basis van mijn hartslag kon trainen. Dus had ik mij voor Lombardije voorgenomen om niet boven de 150 uit te komen, en dat is prima gelukt. Het ging dag voor dag een beetje beter. Zo leerde ik van Hennie en Maarten dat vooral je je eigen tempo moet rijden.’

Exceptionele talenten zijn, zoals we reeds constateerden, een beetje gek. Dat móet ook. Had Bob Dylan een middle-of-the-road karakter gehad, dan was hij nooit tot Time Out of Mind zijn gekomen en dat Time Out of Mind principe is nu precies het punt waar Peter Blangé het meest van geniet als het fietsen betreft, namelijk de tijd letterlijk uit de gedachten fietsen:

‘Je vergeet gewoon alles als je fietst. Bij de afdalingen helemaal en juist dáárin schuilt het gevaar. Hoogmoed komt immers voor de val. Ik heb geen angst als ik downhill ga. Van Chantal kreeg ik dezelfde tips als jij kreeg: meebewegen met je heupen en dat lukte mij goed. Twee keer ging ik haast op mijn plaat: één keer zag ik pas op het laatste moment de wegwerkzaamheden na een bocht en één keer kruisten twee auto’s in Bergamo precies elkaar toen ik langsfietste. Het ging beide keren maar nét goed…’

Een keyboard spelende bassist, een schaatsende zaalvoetballer, een gitaar spelende drummer, een badmintonnende polsstokhoogspringer, een bassende gitarist, een ijshockeyende triatleet, een drummende keyboardspeler, een wielrennende volleyballer: ze streven er allemaal naar om de tijd uit de gedachten te krijgen.

De realiteit draagt vele hoeden, aldus Bob Dylan.

Gelukkig maar.

 

***

 

FOTOGALERIJ

 

-beeldmateriaal afkomstig van Peter Blangé en van de deelnemers-

 

 

 

 

 

 

Opgedragen aan Peter Blangé

 

***

 

Lees/bekijk hier deel 10 van de Lombardije Legendes: De Achtertuin van Gerard
Lees/bekijk hier deel 11 van de Lombardije Legendes: Het Koers is Koers Sonnet

 

 

 

 

-