‘Alpe d’Huzes… dat is de wereld op zijn best…’

Het zijn de gevleugelde woorden van mevrouw de Spookrijdert waarmee ik alle deelnemers ieder jaar verwelkom. Zij zei het ooit in juni 2013 toen ik voor het eerst deelnam aan Alpe d’HuZes. Op woensdagochtend 1 juni 2022 zitten we tezamen op het buitenbordes van Hôtel Au Chamois D’Or, gelegen op het noordelijkste punt van skidorp Alpe d’Huez.

‘Alpe d’Huzes… dat is de wereld op zijn best…’

Ik hoor mijn stem door de speakers galmen. De ervaren deelnemers weten inmiddels dat geen woord ervan gelogen noch overdreven is. De debutanten willen weten welke wereld wanneer precies op zijn best is? En waarom wordt Alpe d’HuZes een wereld op zich genoemd?  

Vierentwintig uur later wordt het voor iedereen duidelijk: Alpe d’HuZes ís daadwerkelijk de wereld op zijn best…

 

 

-alle kleinere foto’s uit de fotogalerijen hieronder zijn te vergroten door er op te klikken-

 

Henny Nuninga

Neem nou debutant Henny Nuninga. Een goedlachse kerel. Mooie goeie kop met vriendelijke open ogen. Op de fietsdag zagen we hem rond de klok van vijven in de vroege ochtend in de ontbijtzaal. Zijn rechterbeen zat onder het bloed.

‘Het ging me net iets te hard naar beneden. Ik viel. Ruud en Rino zagen mij in de greppel liggen. Althans ze wisten niet eens dat ik het was. Iemand was gevallen. Het was donker, maar ze zagen het aan het lichtje van mijn kilometertellertje. “Hallo? Ligt er iemand?”, vroegen ze, “gaat het wel goed?”. Ruud en Rino waren al zeker 80 of 100 meter verder door het dalen natuurlijk. Ze moesten dus een stukkie klimmen, terug de berg op, om te zien wie het was. Pas toen zagen ze dat ik het was. Die twee helden hebben me toen uit de greppel getrokken. Overal zat gras. Aan mijn fiets, helm, stuur. Toen ik weer op mijn fiets zat, zagen we dat mijn rem gebroken was. Ruud hield een auto aan, die was van de marechaussee, mijn fiets paste niet in hun auto. “Einde oefening”, zei ik. Ruud keek me aan alsof hij water zag branden. “Wat?”, zei ie, “ik heb boven mijn reservefiets liggen… neem die!” Ruud hield een ambulance aan… die twijfelden eerst nog om mij boven te brengen, maar uiteindelijk hebben zij mijn been verzorgd. Het gaat wel nu weer hoor. Ik mag op Ruuds tweede fiets verder. Moet nog wel langs Bike Totaal. Voor nieuwe remblokkies. Door Ruud en Rino ben ik doorgegaan.’

Zonder dat Henny het besefte zong John de Bever ondertussen in zijn oren. Jij Krijgt Die Lach Niet Van Mijn Gezicht. De horizon kleur je zelf in, de potloden worden door je fietsvrienden aangereikt. Op de Alpe is er ruimte voor magie, zolang je er maar open voor stelt.

Henny begaf zich in de wereld op zijn best. Ook toen hij in de loop van de middag na de derde beklimming van de Alpe met tranen in zijn ogen van Ruuds tweede fiets stapte.

‘Ik kan niet meer. Mijn rug. Maar ik wíl zo graag.’

Daarna verdween hij op de massagetafel waar wonderen worden verricht. Henry masseerde zijn linker been. Virginia zijn rechter. De lucht begon te klaren. Henny pakte de fiets. Hij ging weer. Moest. Henny beloofde me te zullen genieten. Hij slikte. Glimlachte. Daalde. Twee uur later was hij boven. High Five. Een hug. ‘Biertje Henny?’, vroeg ik hem.

‘Ja man…’, stamelde hij, ‘ja!’

‘En?’

‘Het was magisch man… magisch…’

 

 

Richard Steffers

Alpe d’HuZes als de wereld op zijn best. Dat weet Richard al lang. Hij is een van de boegbeelden van de Fundracers. Ooit kwam ik hem tegen op de Brienenoordbrug. Hij lag plat op zijn fiets. Als een tijdrijder. Op en af. Op en af. Hij had de ogen en de gretigheid van de zeemeeuw die hij een tijdje terug postte op zijn Instragramaccount Picturesbysteffers. Een aanrader om te volgen overigens.

‘Ik heb dit jaar niet veel kunnen trainen’, zegt Richard als hij zich, vroeger dan voorheen, meldt op het voorterras van restaurant La Lanterne. Hij draagt een korte blauwe spijkerbroek een donkerblauw t-shirt. In zijn rechterhand houdt hij zijn Canon-camera beet zoals ik jeux de boules ballen vasthoud. Vertrouwd. Als een onderdeel van jezelf. Pronken doet Richard niet. Te bescheiden, te veel fatsoen, te veel talent ook.

‘Normaal gesproken fotografeer ik vogels. Dieren. Natuur. Nu ga ik voor het eerst onze ploeggenoten fotograferen. Ik wandel effe met Mo naar bocht 1.’

Je eigen sportieve missie opofferen voor een hoger gelegen doel. Dat gebeurt alleen in een wereld op zijn best.

 

 

Giovanni Ostolani

De wereld op zijn best schept ook ruimte voor een Italiaanse masseur, al heeft Feyenoord een week geleden de conference league finale verloren van AS Roma.

‘Ondanks dat verlies heeft het bestuur besloten dat je toch mee mocht Gio!’, zei ik tijdens de ploegpresentatie gisteren op het bordes van Hôtel Au Chamois D’Or. De knipoog die daarop volgde was groter en ook beter dan de grap zelf. Op de fietsdag was geen klus voor hem te veel, kneedde hij zo lang in benen om het melkzuur tot overgave te dwingen. Niet één keer klaagde Gio. Zijn respectabele leeftijd geeft hem alle recht tot een vorm van eigengereid cynisme waar veel van zijn leeftijdsgenoten patent op hebben, maar Giovanni Ostaloni weigert te zwichten voor die verleidelijke val.

Giovanni is Italiaans roomijs. Giovanni is een linnen zomerbroek waaronder je geen sokken draagt. Giovanni is op een terras een espresso bestellen, de Gazetta dello Sport lezen in een zalmroze polo die je alleen in Italië durft te dragen. Giovanni is een zonnebril. Giovanni is een mooie jonge vrouw op een scooter die je in hartje Rome om de weg vraagt.

Gio is de wereld op zijn allerbest. Gio is Alpe d’HuZes.

 

 

Monique Vroom

Ervaringsdeskundigen worden naar de Alpe getrokken zoals Britse vrienden naar onze hoofdstad afreizen als er getrouwd (en gezopen en gekotst) moet worden. Het moet. Het is beproefd.

“Moniekie” Vroom geeft tijdens de shirtpresentatie aan (en toe) te weinig te hebben getraind. Toch is ze hier. In 2013 overleed haar zus José aan kanker. Haar aanwezigheid is voor Monique een must.

Op de fietsdag passeert ze. Huilend. Steenkapot. Vrijwel ongetraind de Alpe beklimmen. Met de geest van José die over je waakt. Met Moniques geest die over José waakt. Twee zussen. Aan elkaar geklonken. Het verbond wordt gesloten op de top van de Alpe. Steeds weer.

Twintig minuten later is ze terug bij ons en huilt ze. Op een bankje voor restaurant La Lanterne. Opgekropt verdriet bederft als rotte eieren. Het moet eruit. Huilen is douchen van binnen.

‘Wil je alleen zijn of zal ik bij je komen zitten?’

‘Nee ik vind dit fijn’, antwoordde Moniekie.

Ze legde haar vermoeide hoofd tegen mijn schouder. De stem van DJ Jorrit golfde over de Route d’Huez waar tientallen wandelaars, hardlopers en fietsers passeerden. De tijd stond stil. Monique droogde haar wangen, ik gaf een kus op haar bezwete haar, ze klikte haar helm vast.

‘Ik ga nog een keer’, zei ze.

De tweede beklimming zou ze in 4 uur en 7 minuten voltrekken. Op Facebook schreef Moniekie: 

“… de 2e beklimming ben ik in bocht 11 afgestapt om met de fiets aan de hand te voet verder te gaan. Onderweg genoten van de vergezichten, mooie gesprekjes gevoerd, aangemoedigd en getroost om uiteindelijk op mijn sokken te finishen, who cares…”

Soms is het beter iets moois te verliezen dan dat je het nooit hebt gehad.

 

 

 

 

 


Hanneke Middelberg

‘Het is prachtig.’

Drie woorden, twee zachte G’s. Hanneke had zo-even de Alpe wandelend afgelegd. Met Sylvia. En Tamara. Twee vrouwen die zij een dag ervoor nog niet kende. Maar Alpe d’HuZes verzustert. Zonder aarzeling. Alpe d’HuZes maakt geen onderscheid. Alpe d’HuZes doet niet aan trends of modieuze grillen. En belangrijker nog: Alpe d’HuZes heeft geen mening.

Waarom besloot Hanneke de Alpe wandelend te beklimmen? Ik stelde haar die vraag niet, omdat het antwoord opgesloten ligt in een wijsheid van Jean-Paul Sartre. “De mens wordt; hij is niet van meet af aan compleet.”

Als echtgenote – en daarmee supporter – van haar debuterende man Margienes was Hanneke tot niets verplicht. Maar Sartre zegt dat de mens is wat hij doet. Sartre zou ongetwijfeld Feyenoordfan zijn geweest. In het leven, ons leven, tellen alleen de daden. Je gedachtes doen er niet toe. Door te doen, door méé te doen, voelde Hanneke tot in haar nieren hoe mooi de wereld er op zijn best uitziet.

In mijn fantasie zag ik Hanneke wandelen. Langs de bochten. Ze zag voor het eerst de spandoeken. Met de foto’s. Van overleden kankerpatiënten. Ze zag fietsers passeren. Met foto’s op hun rug en ballonnen aan hun helm. Pluche knuffeldieren onder zadels. Op de Alpe wordt cynisme en ongeloof aan gort getrapt.

‘Het is prachtig’, had Hanneke gezegd. Ik had twee boterzachte G’s geteld.

Vlak daarna gingen bewogen de Rotterdam Fund Racers als Snollebollekes van links naar rechts. Ik deed nog mee ook. Dat doet Alpe d’HuZes met een mens. Hanneke filmde ons.

Ik kon wel janken.

 

 

Norbert de Boer

Een wereld op zijn best functioneert alleen als de (lees alle) randvoorwaarden in orde zijn. Aan een wereld op zijn best gaat heel wat dirty work vooraf. Norbert de Boer, vanaf dag één bestuurslid en ultra-actief deelnemend lid van de Rotterdam Fund Racers, schuwt dit werk niet. Hij is de man van de cijfers, de tarieven, de data, de agenda, de gemaakte afspraken. Als er één ding mooi is aan Norbert en aan cijfers, is het vermogen van Norbert om zichzelf weg te cijferen.

Ontelbaar is het aantal uur dat hij, ondanks zijn eigen overvolle agenda, in alle luwte spendeert aan de voorbereidingen om Alpe d’HuZes tot een succes te brengen.

Niemand die zo fanatiek en competitief is ingesteld als Norbert. Toch is dit jaar anders.

‘Ik ga één, twee keer omhoog. Ik vind het wel welletjes. Dit keer wil ik ook genieten van het event zelf.’

Het is een trendbreuk. Nu nog zijn beperkte voetbalinzicht bijstellen en de wereld is écht op zijn best.

 

 

 

 

Jan Ruizeveld de Winter

Jan Ruizeveld de Winter. Een dubbele achternaam die een afkomst uit het Gooi doet vermoeden. Of Bussum. Wassenaar. Men zou kunnen vermoeden dat Jan Ruizeveld de Winter liever op Wimbledon vertoeft om met twee opgetrokken pinken aardbeien met slagroom te eten dan dat hij op een bloedhete Alpenreus een smerig zoet gelletje als een glijmiddel in zijn droge huig leeg knijpt.

Maar niets is minder waar.

‘Geboren en getogen op zuid’, zegt Jan als ik hem bij de ploegpresentatie naar de bekende weg vraag. Ik heb namelijk twee keer met Jan gefietst. In 2021 reed hij iedereen naar de gallemiezen tijdens een tochtje door de Zuid-Limburgse heuvels. Op zijn Rotterdam-Zuids. Zwijgzaam. Schouder ophalend. Een tweede keer was op 15 april. Ook toen bleek Jan de vleesgeworden versie van Geen Woorden Maar Daden Zijn. Met de groeten van Sartre.

‘Ik fiets pas een jaartje of twee. Ik liep altijd marathons. Duursporten liggen mij geloof ik wel.’

Nu stapt hij van zijn fiets af. Als eerste van de groep heeft hij zojuist voor de zesde keer de Alpe d’Huez beklommen. Hij zweet niet. Hij glimt niet. Er zit geen snot aan zijn wangen. Hij kijkt niet hol. Hij beeft niet. De hel die hem beloofd was heeft hij niet gezien. Beneden in het dal werd veertig graden plus gemeld. Maar Rotterdam-Zuid doet niet aan flauwekul als hitte, afzien, lijden. Jan van Zuid dóet gewoon. Alsof hij in Pendrecht een pakkie boter was wezen halen.

Zijn snelste tijd was 1 uur 19. Zijn langzaamste (zijn eerste) bedroeg 1 uur 29.

‘Het ging wel lekker ja’, glimlachte Jan die zich verbaasde over de staande ovatie die hem ten deel viel. Daarna dronk hij een colaatje zero. Want bier drinken is alleen maar poeha voor de foto. Nergens voor nodig.

 

 

Henk Lockhorst

Tijdens een trainingstocht liet Henk weten de Alpe redelijk goed te kennen. Als voormalig deelnemer aan de Marmotte, waarbij achtereenvolgens de Glandon, de Croix-de-Fer, de Télégraphe, de Galibier en als toetje de Alpe d’Huez worden beklommen, kent Henk intussen zijn pappenheimers. Bovendien had ik op Facebook gezien dat een baardloze variant van Henk de Rotterdam Marathon had gelopen.

Mensen als Henk maak je niet meer gek. Je vraagt je af waar de geuzennaam Gekke Henkie vandaan komt. Onze Henk is Rotterdammer en verre van gek. Henk is doodgewoon de Henk die doet waarvoor hij gekomen is. Henk is een stille bewonderaar van het goede.

Mensen als Henk maak je niet meer gek. Ook niet als Henk na twee beklimmingen de pijp aan Maarten moet geven. ‘Ergens bij bocht 16 raakte ik het wiel van Ron. En toen viel ik. Maar het is goed zo.’

De gedouchte variant van een baarddragende Henk staat nu langs de kant van de weg. In zijn uppie. Hij beweegt op de muziek van DJ Jorrit. Hij ziet niet dat ik hem zie.

Ik houd van mensen als Henk die de Alpe d’HuZes wereld op zijn best laat zijn.

 

 

 

***

 

De Grote Afwezige (1) – Kees van Steensel

Grote afwezige was “Verdomme Kees” van Steensel. Een goede week voor Alpe ‘dHuZes kwam onze pechvogel in zijn bijzijn van Ed de Sloper en Arjan uiterst onfortuinlijk ten val waarbij Verdomme Kees zijn heup brak.

In een wereld op zijn best zal Verdomme Kees niet ontbreken.

 

 

 

***

 

 

Fotocredits voornamelijk aan Richard Steffers, Monique de Jong, Arjan Smilde, Tamara Baks, Monique Vroom, Alpe d’HuZes fotograaf Guido Bosland en van overige deelnemers.

 

[Lees hier deel 2/4 van de serie Alpe d’HuZes 2022: De Wereld Op Zijn Best]

[Lees hier deel 3/4 van de serie Alpe d’HuZes 2022: De Wereld Op Zijn Best]

[Lees hier deel 4/4 van de serie Alpe d’HuZes 2022: De Wereld Op Zijn Best]

 

 

-