Ik wandelde op het smalle wandelpad dat evenwijdig loopt aan de Boszoom. Het wandelpad is amper anderhalve meter breed.

Aan het eind van het wandelpad kwam mijn opponent op me aflopen. Hij was niet meer dan silhouet.

Ik slikte. Ik wist dat het menens was. Dat wist hij ook.

Ik deed mijn platte pet recht en trok de klep iets naar beneden. Ik rechtte mijn rug. Ik zag mijn opponent precies hetzelfde doen.

Meter na meter naderden we elkaar. We wisten beiden dat een van ons twee moest wijken om de erecode van de anderhalve meter afstand te respecteren.

Ik kreeg een steeds duidelijker beeld van mijn opponent. Hij droeg een baseballpet. Dat vond ik verdacht. En hij liep een tel langzamer dan ik. Dat duidde op angst of op onderschatting. Nonchalance is het verwende broertje van arrogantie.

Hij was nog maar op een paar meter afstand. Hij liep nog altijd midden op het wandelpad. Ik ook. Ik keek hem strak in de ogen aan. Ik verblikte of verbloosde niet. Hij evenmin. Dat moet ik toegeven.

Ik kon zijn adem haast ruiken. Zijn haren tellen. Hij lachte een beetje. Zijn tanden waren gelig. Hij had het rossige uiterlijk van Ed Sheeran. Zijn lift-en-overdekte-winkelcentrum-muziek is niet te verdragen.

Ik besloot mijn blik nog scherper op hem te richten. Daarbij tuitte ik mijn lippen in de aanvalsmodus. Ik voelde hoe kraaienpootjes zich nestelden aan de uiteinden van mijn oogkassen.

We waren nog maar enkele stappen van elkaar verwijderd. Als geen van ons twee een stap zijwaarts zou doen zouden we op elkaar stuiten. De stap zijwaarts richting brandnetels, distels en hondenpoep betekende een nederlaag. Een lijflijke confrontatie zou uitmonden in een één op één blotehandengevecht waarbij de sterkste zou overwinnen.

De spanning was om te snijden.

Ik pompte mijn longen vol lucht om mijn borstkas meer aanzien te geven. Ik blies hard uit en had er voor een moment spijt van dat ik 28 jaar geleden gestopt was ik met roken.

Ik had het lot van twee mensenlevens in handen, maar Ed Sheeran net zo goed. Op dit wandelpad kon zowel Cowboy Sheeran als ik de trekker van de spreekwoordelijke revolver overhalen: één hoest of nies in de coronatijd en je bent Cowboy Sjaak.

Meters werden centimeters.

Vlák voordat we elkaar zouden passeren week ik in een split second uit naar links. Mijn plotselinge manoeuvre sneed hem de pas af. Het was een perfect uitgevoerde Spookrijdersaanval die Cowboy Sheeran in complete verwarring bracht. Hij tolde zelfs een beetje omdat hij zijn borst wat naar voren had gebracht ter voorbereiding op een man tegen man gevecht, maar door mijn kruislinkse ontwijking leunde hij in feite voorwaarts in het vacuüm van het niemandsland.

Ik was de morele winnaar die ook nog eens twee levens had gered.

Volkomen gedesoriënteerd bleef Cowboy Sheeran achter.

De poep onder mijn schoenen zou ik er pas afdoen zodra ik buiten zijn gezichtsveld was.

 

 

-