“In het stedelijk duister van de straten
nemen we afscheid – en het drukt als lood
kijken om en wuiven, reeds verlaten
slaan de hoek om, en het is de dood”
J.C. Bloem
***
Vandaag bereikte het droevige nieuws mij dat de Wielerprofronde van Stiphout wegens geldgebrek ter ziele is gegaan.
Ik moest meteen aan Iejoor denken, de depressieve ezel uit de Winnie de Poeh reeks.
***
In 1991 bezocht ik de Bavaria Profronde Stiphout voor de eerste en enige keer.
Ik parkeerde mijn auto bij mijn Brabantse collega die mij had uitgenodigd.
“Gêne hotelleke, nééje”, zei hij er nog bij, “gij slâpt in d’n kamer van m’nen zoon, die slâpt wel veur enne nacht bij ons in bed.”
De echtgenote van mijn collega nam mijn bos bloemen dankend in ontvangst.
Of het nu het wielrennen was, of het voetbal, muziek, films, literatuur of poëzie. Ik heb altijd de zwarte kant van het bestaan gezocht. De somberheid. Ik omarm nog altijd de treurnis van het Franse platteland. Voor mij geen zonnige Ibiza stranden, hartelijk dank.
Ik watertand bij de zes tweede plaatsen van Joop Zoetemelk in de Tour, de kansloze 1-5 bij Feyenoord-Ajax, The Piano Has Been Drinkin van Tom Waits, de film Paul Dans Sa Vie, Bonjour Tristesse van Françoise Sagan, of het gedicht Afscheid van Bloem…dat soort werk.
In dat rijtje past Iejoor. Naadloos.
Het was ook zo typisch Brabants. Zo ongedwongen. Zo anders dan je gewend was. De ronde moest nog beginnen maar de sfeer hing er al lekker bij. Neem een biertje uit de koelkast. Neem plaats aan de keukentafel. Wil je geen worstenbroodje? Zo uit de koekenpan. Want dan blijft d’n wors’ lekker werrem.
Het buitenraam trilde van de rondespeaker die de namen van de renners met een zwierige galm over Stiphout uitspuwde.
Om de paar renners werd de naam van een lokale sponsor genoemd.
“DAMES EN HEREN HIER IS-IE…. STEVENNNNN….. ROOKSSSSSS!
EN UW GROENTE EN FRUIT HAALT U NATUURLIJK BIJ BERTJE MANDERSSSSSS….
DE ITALIAANSE TEMPOBEUL DAMES EN HEREN…… GUIDOOOOOOO…..BONTEMPIIIII!
GEZELLIG EEN PILSKE DRINKEN DOET U BIJ CAFÉ…..HET AAAAAAAAMBEELD!!”
Ik las ze niet alleen graag voor, die Winnie de Poeh boekjes van Disney, ik las ze ook perfect voor. Echt perfect. Met stemmetjes en zo. Zo echt, dat ik in mezelf ging geloven. Winnie de Poeh en de Waaidag. Winnie de Poeh en het Verjaardagsfeestje. Winnie de Poeh en de Honingboom. Ik kan ze dromen.
Met een nasmaak. Dat dan weer wel.
Winnie de Poeh, de dommige hoofdpersoon, gaf ik vanzelfsprekend een wat trage stem. Konijn kreeg een eigenzinnige stem (voor mijn gevoel kwam die stem het meest in de buurt van mijn eigen stem of op zijn minst van mijn karakter.) Uil de stem van een alwetende professor. Teigetje de stem van een stuiterende spring-in-het-veld. Dit was de favoriet van de kinderen, niet op de laatste plaats vanwege mijn feilloze imitatie, maar ik had een kut-hekel aan dat drukke beest. Ik was kapot na een monoloog van Teigetje. Van Knorretje moest ik ook weinig hebben met dat ielige mietenstemmetje. Opzouten.
Iejoor. Dat was mijn favoriet.
Boem! Het startschot. Weg waren ze. Ik boog licht over het hek en trok mijn biertje en sigaret opzichtig terug toen het peloton van lachende wielrenners stapvoets aan me voorbij trok. Naast mij stond mijn zwetende collega die in druk gesprek was met enkele eveneens rood aangelopen dorpsgenoten die ik nu al niet meer kon verstaan. Meer bier. Even doorgeven. Veel lokaal gelach. Hahahaha. Door de speakers klonk blikkerig Let’s Talk About Sex van Salt-n-Pepa. De eerste ronde. Razende kettingen. Zuigend rubber. De speaker schreeuwde wat namen. Weer Bontempi. Johan Museeuw. Applaus, al keek niemand. Ik wel. Naar de glimmende bruine Tour de France benen. Meer bier. Even doorgeven. Ik herkende Jeroen Blijlevens. Volgens mij.
Stiekem hoopte ik altijd op een editie waarin Iejoor zou omkomen. Iets dramatisch. Een ongeval of zo. Zelfdoding ging misschien wat ver voor een kinderboek maar toch leek het me prachtig. Geen enkel zwaar onderwerp ging ik uit de weg in de opvoeding van mijn dochters. Ze hingen aan mijn lippen als ik voorlas over Winnie (ik: en wat je belooft… de meiden triomfantelijk:…moet je ook doen!…). Met Born to Lose van Leonard Cohen op de achtergrond gaf ik het verhaal net de juiste dramatische vaart mee, stilletjes hopend op een tragisch ongeval van Iejoor: de grootste mislukkeling van Winnieh’s vrienden. Zijn stem gaf ik precies de juiste triestheid mee waardoor Fabienne en Estelle met open mondjes het verhaal volgden. Ik kon mezelf volledig kwijt in Iejoor.
Ronde nummer zoveel. Het was broeierig warm. Zo’n heerlijke zomeravond waarbij alles klopte. Lachende ronde gezichten. De geur van hamburgers. Frites. Mayo. Armand de las Cuevas, dames en heren. Kijk toch eens! Samen met Eddy Bouwmans, een jongen uit d’n buurt. Ice Ice Baby van Vanilla Ice door de aan lantarenpalen schommelende speakers. Meer bier. Even doorgeven. Ik ben al tijden buiten bereik van iedere vorm van communicatie. De muziek staat te hard. En de Brabanders zijn met te veel. Ik kan het niet meer volgen, niet meer verstaan. Lekker op de Trekker. Mannespoor Karrekoor. Of weet ik veel. Meer bier. Even doorgeven. Beng-beng-beng….daar komen ze weer….flitslichten van de fotocamera’s. Want de zon is al gezakt…..Johan Capiot of is het Capió dames en heren? Is uw bril kapot of kapó? Hahaha!
Iejoor ging nooit dood in de verhalen. Hij overleefde alles. Hij was het Station van de Hoop en dat van de Verwachting al lang voorbij. Hij vond alles wel prima, maar kon nooit worden betrapt op cynische trekjes. Nee nee. Iejoor accepteerde zijn lot zoals mijn Franse familie ooit hun lot in Rotterdam had aanvaard: lijd- en vreedzaam.
DE LAATSTE RONDE! TINGELINGELINGELING!!! EN DAAAAAAR KOMEN ZE DOOR DE BOCHT (met zachte G) DAMES EN HEREN….HET IS FRANSKE….FRANS MAASSEN…..OF TOCH (met zachte G) BONTEMPI DAMES EN HEREN….TOCH (met zachte G) BONTEMPI….NEE….NEE NEE….HET IS WAREMPEL ERIK BREUKINK…..JAWEL…..ERIIIIIIK BREUKIIIIIIIINK!!!!!!…..
Flitsen…foto’s….rondemissen…..die eeuwige schaapachtige lach (met zachte G) van Erik Breukink…..nog meer flitsen………en ’s Nachts (met zachte G) Na Tweeën…. Meer bier. Even doorgeven….
In de kinderkamer is het stil. Op wat geschreeuw van buiten na. Het plafond draait. Als het plateau waar je vroeger in de speeltuin op stond. Hij draaide diagonaal. Je vader of een jolige oom zwengelde het plateau aan. Nee je broer deed dat! Hard. Want die deed alles hard. Je deed net of je het leuk vond, dat draaien. Want je neven vonden het ook leuk. Dus jij ook. En zo draait nu ook het plafond boven je. In deze kinderkamer. Geen idee waarom die Winnie de Poeh lamp aanstaat. Staat-ie wel aan? Hij lijkt een beetje heen en weer te gaan. Verdomd. Je ligt wel in een kinderbed, onder een kinderdekbed, maar je zou zweren dat je op een boot ligt. Met ruw weer. Alles schommelt. Alles draait. Op deze boot. Je moet je vasthouden anders val je van boord. Het lichtblauwige behang. Vol Disney helden. Op de woelige zee. Heen en weer.
En toen kwam-ie: een zure erwtensoepachtige substantie vloeide over het Winnie de Poeh dekbed. Er was geen houden meer aan. Ze waren met te veel. De dreiging was te groot. De kots zat aan het behang, over de kussensloop (het leek echt zo Teigetje’s mond in te lopen, heus waar), in en aan mijn neus, in mijn haar en aan mijn kin.
Zelfs Iejoor, ergens bij mijn linkervoet, zat helemaal onder.
Sinds deze gênante ervaring proef ik nog de smaak van overgeefsel als ik Winnie de Poeh voorlees of iets over de Wielerronde van Stiphout verneem. Die twee zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
Nu de Bavaria Wielerronde Stiphout ter ziele is gegaan heb ik vandaag ook afscheid van Iejoor moeten nemen.
Mogen zij beiden rusten in vrede.