‘In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen’ (Joh. 14,2)

 

 

“Petrus…maar zeg jij maar Peet.”

Als Rotterdammer, uitvinders van de voornaamverkorting, mocht hij Petrus dus liefkozend Peet noemen.

De verwelkoming verliep niet harteloos, beslist niet, het was eerder een tikkie formeel. Nou ging het in de loop der eeuwen ook wel in de miljarden mensen lopen die Petrus te ontvangen had, maar dan nog….voor ieder wezen die zich hier meldde was dit per definitie nieuw, want reïncarnatie is iets voor de ongelovigen.

Na deze korte kennismaking werd hij geleid naar zijn woonruimte. Nerveus was hij niet. Eerder nieuwsgierig. Merkwaardig genoeg voelde het al meteen op een bepaalde manier vertrouwd. De angst voor Boven die zoveel stervelingen beneden bezighoudt, is eigenlijk op niets gegrond. Niets als in onzekerheid. Onwetendheid.

Of, zoals Peet het verwoordde:

“Beneden is geloof in Hem gebaseerd op angst omdat angst verkoopt. Ze misbruiken Zijn naam…spreken van een straffende God. Maar je zult Boven zien: Hij heeft lief.”

De geraffineerde manier van rangschikking Boven (op leeftijd, geslacht, land van herkomst, hobby’s) kreeg hij pas enkele weken later door. In de eerste fase was zijn verblijf Boven eerder een kwestie van ondergaan dan van bewust beleven. Het voelde even spannend als onwennig. Een beetje als het ongewisse leven van een brugklasser.

Van muren in zijn woonruimte was niet echt sprake, dus spreekt men niet direct van kamer of kamers. Scheidingen waren gevormd door niet stoffelijke sluiers. Vitrages die van een wierookachtige substantie leken te zijn gemaakt, of in ieder geval daarnaar roken.

We noemen het daarom bij voorkeur geen kamers, maar ruimtes.

Er waren zo wel meer zaken waaraan hij moest wennen, maar dat was niets nieuws, juist omdat het nieuw was. Het overkwam al die miljarden nieuwkomers Boven, zoals men hier het Paradijs pleegde te noemen.

Waar hij zeer verguld mee was, en wat ook meteen zijn aandacht trok, waren de vele beeldschermen die in zijn ruimte stonden.

“Games/spelletjes”, had hij op zij inschrijfformulier bij hobby’s ingevuld, alsof Hij of Peet een vertaling nodig had. Daarom had hij er maar met kleine letters en tussen haakjes (“zoals kaarten en zo”) bijgeschreven.

“Zijn dat games?”, vroeg hij de beambte die hem, na het gesprekje met Peet, naar zijn ruimte had gebracht. Hij wees op de monitoren.

“Ja, waarom zou je ze zo eigenlijk niet noemen?”, had de beambte geantwoord die daarop hardop lachend (dat was wat anders dan uitlachend, dat verschil werd beneden niet altijd opgemerkt) door de sluiers heen de ruimte verliet.

Wennen deed hij er snel, een zegen van de jeugd, zij het in dit verband een van de weinige voordelen van zijn vroegtijdige reis naar Boven. Zeg maar het énige voordeel.

Je zou haast zeggen dat de handigheid waarmee hij de apparatuur rondom de beeldschermen bediende, voorkennis verraadde. Voor nadere uitleg dankte hij beleefd. Hij zag er een uitdaging in om het digitale bedieningspaneel zelf te ontdekken – hierboven had hij immers de tijd aan zijn zijde.

Eigenlijk bleek het allemaal even eenvoudig als overzichtelijk.

“Die hadden ze een paar jaar geleden niet hoor”, had de beambte nog gezegd op een toon alsof hij meer dankbaarheid had moeten tonen voor de aanwezigheid van zoveel gratis beschikbare software.

Het kwam erop neer dat hij op ieder moment van de dag de beeldschermen kon activeren om een blik te krijgen op beneden. En, door gebruik te maken van de zogenaamde in-ears, kon sinds kort zelfs geluid worden verkregen van beneden. Een noviteit, volgens de beambte.

Eerlijk is eerlijk, de allereerste keren dat hij inlogde voelde het allemaal wat onwennig. Wat heet. Hij voelde zich eigenlijk een beetje een voyeur, ofschoon hij voornamelijk zijn eigen gezin volgde. Maar van de beambte had hij geleerd hoe met deze nieuwe realiteit om te gaan en bovendien was hij Boven direct herenigd met zijn familie (zijn ouders en jongere broertje waren hem reeds voorgegaan) en was het vooral zijn vader die hem van allerlei basale adviezen had voorzien. Vooral qua timing.

“Je moet vooral durven kijken jongen…met name met Kerst…en op verjaardagen en zo, het gaat eigenlijk vanzelf…”

De rollen waren snel omgedraaid: binnen de kortste keren voorzag hij zijn vader van digitale tips. Laatst genoemde was op te gevorderde leeftijd gestorven om Boven alle technologische ontwikkelingen te kunnen bijbenen. Sterker nog, het werd na verloop van tijd een stilzwijgende gewoonte dat zijn ouders op bezoek gingen bij hun zoon om in familieverband de verrichtingen beneden te volgen.

 

(Wat misschien niet iedereen weet, een hinderlijk misverstand dat bij deze hopelijk uit de benedenwereld is, is het gegeven dat de tijd Boven min of meer stil staat. Dat wil zeggen: je wordt ontvangen door Petrus op de leeftijd die je door Hem werd gegund en daarna wordt men niet nóg ouder. Je groeit niet dóór: zo blijft een gestorven baby een baby, en een overleden twintiger een twintiger. Men wordt Boven eenvoudigweg niet ouder.)

 

Maar verreweg het vaakst observeerde hij zijn beeldschermen in eenzaamheid. Omdat Boven dag noch nacht kent en slapen eerder een kwestie van rusten is dan een door de klok voorgeschreven verplichting, had hij in feite vrij spel: uren, dagen, weken, maanden achtereen kon hij alles van zijn vrouw en hun kinderen volgen. En door gebruik te maken van het uitgekiende separate and divide system kon hij oneindig veel deelschermen in het leven roepen om de gebeurtenissen van de overige familieleden gelijktijdig te volgen.

Jazeker gelijktijdig!

Daar waar beneden nog al eens getwijfeld wordt aan de wonderen Gods, worden deze Boven als voldongen feiten ervaren. Dit kwam de overzichtelijkheid van het bestaan Boven ten goede.

Het was alsof de Grote Meester hem van enkele paren extra ogen had voorzien.

 

(volledigheidshalve: de grote Meester had hij zelf beneden nooit gediend, nooit aanbeden, nooit vereerd, maar dat maakte volgens Peet niets uit, omdat Hij er een simpele scheidingspolitiek op nahield, namelijk ‘goed’ en ‘slecht’, Hij deed niet aan hoe of waarom, Hij keek niet naar trouw kerkbezoek – daar wordt beneden al te veel aandacht aan geschonken, zo liet Hij weten als Hij daarop werd aangesproken; de ‘goeden’ werden Boven door Peet ontvangen en de ‘slechten’ werden in de hel ontboden, zo simpel was het).

 

Hij volgde alle vakanties van de familieleden, was getuige van geboortes en hij zag ze huwen, scheiden, op tongen bijten, sporten, lachen, eten, strijden, praten, ruzie maken, huilen, gamen, kaarten, schreeuwen, zingen, fluisteren, zuchten, ademen en liefhebben.

Hij beleefde zelfs mee hoe hij onlangs opa was geworden. Een vreemde ervaring, omdat hij Boven als twintiger was ontvangen en hij dus, zoals reeds gememoreerd, Boven niet ouder was geworden.

Na verloop van tijd, nadat hij zijn technische bekwaamheid had aangetoond middels een examen dat hij zonder al te veel inspanning succesvol had afgerond, had hij van de beambte geleerd hoe hij zijn aanwezigheid van Boven naar beneden kon doen gelden.

“Maar wees daar spaarzaam mee, want overdaad schaadt”, zo had zijn vader hem gewaarschuwd.

Het was een ronde knop, een soort draaischijf, waaraan gedraaid moest worden om effect beneden te sorteren. Zo kon hij bij voorbeeld in de buitenlucht een zachte bries forceren als hij de situatie beneden daartoe rijp achtte. De intensiteit van het effect kon hij beïnvloeden naarmate hij de draaischijf verder naar rechts draaide.

Hij kon tijdens feesten het volume van beladen liedjes verhogen om de ‘meebeleving’ nog intenser te maken, zonder dat men beneden feitelijk door had dat men Boven in de meest letterlijke zin aan de knoppen zat. Iedereen kent dat gevoel wel, op feesten, dat het lijkt alsof men wordt meegetild door de muziek. Het gevoel wordt dikwijls als ‘hemels’ omschreven – dichter bij de waarheid kan dus niet gezeten worden.

In contact van beneden naar Boven was ook voorzien door Hem. Het werd het ‘Bovenlicht’ genoemd. Iedere keer als beneden de overleden persoon ter sprake kwam, ging Boven een lampje branden in de ruimte van de persoon in kwestie. Om hier een concreter beeld bij te vormen moeten we wellicht denken aan het “ON AIR” lampje tijdens live uitzendingen van radioprogramma’s.

Het stelt de zielen Boven in staat om op ieder moment van de dag en nacht mee te maken als ze door de stervelingen beneden worden herdacht en dat geldt uiteraard voor de eeuwigheid omdat er ná het hiernamaals niet iets bestaat als het ‘noghierná-namaals’.

Het gaf hem een warm gevoel als het oker licht in zijn ruimte ging schijnen: het was meest letterlijke signaal dat hij beneden nog altijd niet vergeten was. Uit nieuwsgierigheid zette hij meteen zijn beeldschermen aan om te ervaren waar en door wie hij herdacht werd.

Vooral met Kerst en op Oudejaarsavonden was het extra genieten als hij wat feller aan de draaiknop draaide om een signaal naar beneden uit te doen gaan – een esoterische trilling die direct de harten van familieleden en vrienden bereikte die daarvoor open stonden. En aangezien men beneden gelijktijdig aan hém dachten was de sensatie dubbel zo groot: de gehele ruimte Boven was gevuld met oker licht.

Verdrietig was hij zelden, het stelde hem eerder gerust. Alleen als Elvis zong, uiteindelijk de enige stem die beneden met Boven verbond, had-ie het moeilijk. Dan zapte hij van scherm naar scherm om onophoudelijk naar zijn familie te staren.

Melancholie was ook beneden al het knappere tweelingbroertje van de verbittering.

Zoals we weten kan vanaf beneden alleen contact met Boven worden bereikt op momenten van bezinning. Tijdens zijn verblijf beneden kende hij die worsteling maar al te goed. Hoe kwetsbaar en pijnlijk was het beneden niet geweest om de houding van een weerloze aan te nemen door de handen te vouwen en hulp van Boven aan te roepen?

“Ze willen zo graag in Boven geloven,” had Peet eens gezegd, “maar op de een of andere manier geven ze zich er moeilijk aan toe. Daarom moeten we ze helpen. We moeten ze regelmatig laten weten dat we er zíjn. Vooral met Kerst. Dan zijn ze beneden extra ontvankelijk. Voelen is geloven, daar weet Thomas alles van. Vandaar die draaiknop.”

Kerstavond 2015.

Toen hij zijn familie zag staarde hij in de winterzon tot zijn ogen pijn deden. Hij draaide aan de draaiknop. Oker licht vulde het vertrek. Beneden bewoog een kerstbal zachtjes heen en weer in de kerstboom. Kaarslicht flikkerde toen de wind voorbij trok. Kerstklokken klonken.

De stem van Elvis, vanzelfsprekend Zijn stem, klonk door de ruimte Boven en weerklonk in de huiskamer beneden waar zijn familie bijeen was.

En God? Hij zag dat het goed was.

 

 

 

-