Wij speelden vroeger luchtgitaar, Erik, Maurice en ik. Neven voor het leven. We hadden plannen gemaakt om samen te wonen. In een boerderij. Ver van de mensen. We zouden de hele dag toerdefransje doen. Hinault, Zoetemelk en Kuiper. En luchtgitaar spelen.

Op verjaardagsfeestjes en oudejaarsavonden speelden we luchtgitaar op de polder Rock & Roll medley Do You Remember van Long Tall Ernie & The Shakers. Maurice was de lage “he’s a bird dog” in het Everly Brothers-deel.

Maurice was de zachtste en sprak het zachtste van ons drie.

Erik en ik voetbalden samen bij Overmaas, Maurice ging op judo. Die sport snapten wij niet. Maurice sprak ineens over tatami’s, yuko’s en wazari’s. Ons plan van de gezamenlijke boerderij kwam in gevaar.

Bij een wedstrijd in de Energiehallen, volgens mij het open NK, zagen we een jaar of vijftien later een andere Maurice. Ik had een cassettebandje voor hem opgenomen. Love & Happiness van John Mellencamp stond erop. En Fire van Jimi Hendrix. Vlak voor de wedstrijd liep hij rondjes. Hij zei niets. Hij zag niets. Hij luisterde naar zijn walkman. Mellencamp en Hendrix spraken op hem in. Enige weken daarvóór had ik een training van hem bezocht. De legendarische coach Chris de Korte schreeuwde Maurice een houten klimwand op die met een soort estafettestokjes moest worden beklommen. Maurice was griezelig sterk en had de ijzeren discipline van een Noord-Koreaanse frontsoldaat.

Tijdens de wedstrijd schreeuwde een bomvolle sporthal, waaronder zijn ouders en broer, Maurice toe. ‘Draaien, draaien! Nu! Nu!’ Ik kon geen woord uitbrengen. Ik kende alleen de stotterende Maurice die “bird dog” zong in onze luchtgitaaract Do You Remember. Hij gooide een beer van een vent in de lucht die met een gigantische klap op zijn rug terechtkwam. Toen heel de sporthal gilde, gooide Maurice zijn vuist omhoog en kon ik mijn gevecht beginnen. Die tegen de tranen.

Na de wedstrijd hingen witte adrenalinevlokken aan zijn mondhoeken.

Jaren later leerde Maurice, die dicht tegen een Olympische selectie aanzat, de klappen van de zweep van het leven kennen. The hard way. Er knapte iets tijdens een trainingskamp in ‘s werelds meest prestigieuze judoschool in Japan. Uiteindelijk had Fire van Jimi Hendrix teveel schade aangericht. Hij begaf zich te dicht bij de verleidelijke vlammen van de Rock & Roll, vond huisvesting in de duisternis van de hoek van onze stad en verzandde in een broeierige wereld die geen spiegels kent. Rotterdam heeft geen schoot die troost biedt. Rotterdam dopt altijd zijn eigen boontjes en verlangt hetzelfde gedrag van zijn bewoners. Pas als je ervoor gewerkt hebt laat Rotterdam zijn barmhartige kant zien.

Stapje voor stapje knokte hij zich eigenhandig een weg terug in het bestaan.

Hij ging bij mijn vader op bezoek toen hij in het verzorgtehuis zat. Mijn vader reageerde direct op de vriendelijke, positieve, energieke en vooral ongefilterde prikkels die Maurice uitzond. Want zo kennen we Maurice. Ongewapend. Geïnteresseerd. Puur. Right to the bone.

Maurice gaf mij personal training in zijn toenmalige sportschool in Spijkenisse om mij voor te bereiden op Alpe d’Huzes. Kosteloos. Liefdevol. Geïnspireerd. Streng. Hard. Vurig.

Neef.
Bloed.
Onvoorwaardelijk.

Maar Maurice is ook heel veel dingen níet.

Hij is niet jaloers, niet vijandig, niet gemeen, niet grof, niet volwassen, niet berekenend, niet zuur, niet negatief, niet cynisch, niet langdradig, niet stiekem, niet wantrouwig, niet haatdragend.

Ik ken niemand met een warmer hart dan Maurice. Hij speelde lang met vuur, nu leeft hij weer met vuur. Hij gelooft in zijn muziek die hij als missie ervaart. Tegenover zijn bevlogenheid staat mijn relativisme. Hij kan het niet uitstaan dat ik weiger trots te zijn op mijn schrijfwerk, vrijwel dagelijks probeert hij mij gevoelens van trots aan te praten. Voor iemand als ik die de soberheid van het bestaan niet schuwt, is er welhaast geen verweer tegen zijn optimisme.

Vooroordelen kent hij niet, veroordelen kan hij niet. Hij wordt alleen nijdig als hij rassendiscriminatie gewaarwordt. Zijn band heet niet zonder reden Roots Unite.

Toen was toen en nu is nu.

Eerdaags gaat hij bij mijn moeder op bezoek om meer te weten te komen over onze Frans-Antilliaanse roots. Hij erkent dat hij de muziek van Charles Aznavour te lang over het hoofd heeft gezien en geeft aan steeds meer Edith Piaf te draaien, al was het maar omdat onze Oma Bermonville de denkbeeldige tweelingzuster van Piaf is geweest en omdat Non Je Ne Regrette Rien op haar en daarmee op Maurice’s leven slaat.

Maurice leeft zonder spijt.

Erik en ik spelen anno 2021 nog steeds gitaar, zij het in de veiligheid van de huiselijke kring. De plannen voor een boerderij hebben we stilzwijgend vaarwel gezegd maar als er één iemand van ons drieën ergens diep in zijn hart nog altijd in onze jeugdige luchtfietserij gelooft, dan is het Maurice.

Zijn vrolijke naïviteit is niet alleen ontroerend, het is ook, net als zijn volle baard, jaloersmakend. Ik ben een mooiemensenverzamelaar en ben trots dat ik zijn neef mag zijn. Met zijn verjaardag vandaag zijn wij, als de drie neven van Long Tall Ernie & The Shakers, officieel vijftigers. Van een gemeenschappelijke woonboerderij zal het wel niet meer komen, maar wat zou het mooi zijn als we nog één keer Do You Remember zouden kunnen spelen.

Uiteraard op de luchtgitaar.

 

Voor Maurice’s 50e verjaardag
12 maart 2021

 

 

Lees ook:

Babyfaces

Turning Into You

 

 

-