Voor Fabienne

 

Bevangen door puurheid. Zo zeer bevangen door puurheid dat het een levensdoel wordt. Je zoekt het in je werk (moeilijk), in je passies (noodzakelijk), in je vriendschappen (kaf en koren), in het geloof (zoekend), in de kunst (strevend), in de liefde (verdronken).

Puurheid als de kapstok van de opvoeding, zo spraken Anita en ik 11 maart 1996 stilzwijgend af. Het was de dag dat Fabienne het levenslicht zag. Vanaf die dag ging de wereld rijmen.

Het is dus niet verwonderlijk dat de zanger die je zo bewondert om zijn puurheid, Alex Roeka, je onlangs een leestip gaf, Jezus’ zoon van Denis Johnson, “vanwege de puurheid” zei hij er nog bij, en dat je eergisteren, zittend bij Gate E18 van Schiphol AirPort, het voorwoord van Tommy Wieringa las en dat dat voorwoord eigenlijk nog beter bleek dan het boek zelf, ook weer vanwege de onweerstaanbare puurheid (Wieringa: “ik heb het lang niet kunnen lezen omdat het te zuiver was, het licht dat eruit tegemoet scheen was te fel voor mijn ogen. Hard en zuiver als diamant. Naarmate ik ouder word, begrijp ik steeds beter dat het om zuiverheid gaat. Het moet zuiver zijn, uitgepuurd, je ogen moeten je in de kop branden als je het leest, zó zuiver, alsof je in een lasvlam kijkt”).

Ik vergeet te vertellen dat mijn reisbestemmingen Dubai was, de meest kunstmatige schepping die uit de handen van Zijn onderdanen vloeide. Puurheid is in Dubai even onbekend als een sneeuwbui. Dubai is een smeltkroes van zien en gezien worden, maar kent geen luisterend oor. De enige verdieping die Dubai kent is de verdieping van de zoveelste zielloze wolkenkrabber.

Het verschil met afgelopen woensdag kon niet groter zijn. Ik bezocht met Anita en Estelle een concert van de Amerikaanse singer-songwriter Dayna Kurtz in theater Lantaren Venster. Zij begon met Mama Let Me Come Home. De beginwoorden (“would you even know me ever since I was awake”) drukten mijn tong omlaag. Tegelijkertijd voelde ik het gewicht van mijn kiezen in mijn tandvlees drukken. De lucht tussen Dayna en mijn oren was ongefilterd. De wereld was ongefilterd. Ik durfde niet te ademen. Ademloos volgde ik het concert dat twee uur zou duren. Het was zo puur als het zand van de woestijn die Dubai omgeeft.

Merkwaardig genoeg beleefde ik het concert echter door de oren van Fabienne, onze oudste dochter die vandaag 22 wordt. Zij zag Dayna al optreden in Tivoli een week ervoor met haar vriend Jeremy. Ze was opmerkelijk zwijgzaam geweest toen ze die zaterdagavond terugkwam. Ik zag verdriet in haar ogen. Dayna had haar hart eruit gerukt en nadien had ze Fabienne rücksichtlos op straat getrapt. Zoek het maar uit met je Weltschmerz.

Je zoekt puurheid op. Puurheid is nog erger dan een fata morgana, puurheid is een femme fatale, een open beenwond. Puurheid bestáát namelijk, maar het streven naar puurheid is alles behalve een ticket naar een gelukkig en vreedzaam bestaan. Het voelt bij tijd en wijle eerder als straf, een belemmering waar veel van mijn reisgenoten naar Dubai geen last van hebben. Neem nou die twee Afrikaanse zakenmannen op leeftijd naast me. Zij lachen, gillen, gebaren, overdrijven. Hun leven is overleven. Puurheid is dan ook een westerse hobby, althans het streven ernaar. Minder bedeelden op deze aardkloot hebben niets, leven dus puur, maar streven naar de hoerige luxe waarin Dubai ruimschoots voorziet. Het is ook nooit goed. En dan vragen wij ons nog af waarom de Heer af en toe moedeloos van ons stervelingen wordt (die Hij nochtans naar Zijn evenbeeld schiep).

En hier, op dit luxueuze cruisejacht, dobberend op de Perzische Golf, mis ik mijn familie en mijn oudste dochter in het bijzonder. Want zij is jarig en ik ben er niet. Ik had een flashback naar 2017, toen onze jongste 18 werd en ik ook in Dubai vertoefde. Foto’s werden geappt van het Scheveningse strand waar ze met haar zus warme chocolademelk dronk. Ze hadden een hele dag ingepland en van alle evenementen werden foto’s geappt. Ik stuurde selfies terug vanuit Dubai. Op alle foto’s hield ik mijn duim omhoog. Ik poseerde bij een kameel met een Arafat-tulband op mijn hoofd. Een dame danste bij een kampvuur. Er werd sisha gerookt. In het hotel weigerde ik beleefd een poetsbeurt aan mijn schoenen, want ik vond het bestaan al vernederend genoeg. Het moest allemaal Alibaba voorstellen maar had niets met de puurheid te maken, niets met de ogen van Estelle op de foto met de warme chocolademelk van eerder die dag. Ik had me nooit eerder zo ontheemd gevoeld.

Het lot bepaalde dat je het jaar daarop, dit jaar dus, de verjaardag van je oudste dochter zou missen. Geeft niks pap, zo klonk het, maar zij en ik weten wel beter. You’ll always live Inside of me, had Dayna Kurtz woensdag met dichtgeknepen ogen gezongen. Mijn strot werd droog, mijn ogen nat. Ik dacht met voortschrijdend inzicht aan Fabienne. Ik zou haar verjaardag missen, ik zou een hele dag foto’s van haar ontvangen met de lachende gezichten van haar en haar zus. De kans is aannemelijk dat zij volgend jaar op zichzelf woont, met Jeremy. Op haar verhuisdag zal ik You’ll always live Inside of me van Dayna Kurtz draaien en mezelf troosten met de gedachte dat je je kinderen het leven geeft en niet neemt.

Een puurder mens dan Fabienne ken ik niet. Puur is de vergrotende trap van waar. Je kunt je handen eraan branden. Ze zoekt puurheid in het chanson, in haar fotografie, in voedsel, in haar sportbeleving, in de troosteloosheid van een verroest hangslot van een vervallen Franse boerderij, in de mensen met wie zij verkeert, in haar kleding, in haar duizend-en-één ideeën in de Rotterdamse kunstsector, in de rode wijn, zelfs in haar dromen.

Ze kent het mechanisme van vraag en aanbod nauwelijks. Ze houdt van de underdog. Ze ziet succes eerder als prettige bijkomstigheid dan als doel op zich. Ze is volhardend. Ze leeft met militaire discipline. Vele werelden ontberen een Fabienne.

Fabienne kent geen gif, geen gladde rug, geen olifantenhoofd, geen dubbele agenda, geen halve waarheden, geen verzachtende omstandigheden. Ze heeft haar hart verpand aan de kunst. Ze studeert over enkele maanden af aan de Willem de Kooning Kunstacademie. In een artikel dat onze goede vriendin Emjee Adema, over pure mensen gesproken, op Facebook deelde, las ik dat hersenen op kunst reageren net zoals op de liefde. Dat is precies hetgeen ik in Fabienne herken als zij over kunst spreekt. Liefde, troost en dankbaarheid. Dat zijn de ingedriënten van haar lievelingstaart. Met een sausje weemoed eroverheen.

Als ik Fabienne zie studeren, als ik haar hóór vertellen hoe zij haar passie voor kunst tracht te delen met scholieren van een scholengemeenschap in Rotterdam-Zuid, dan ervaar ik de puurheid die Tommy Wieringa herkent in het boek van Denis Johnson, het boek dat de minstens zo pure Alex Roeka mij aanbeval vanwege zijn puurheid, dezelfde puurheid die mij zo diep trof toen Dayna Kurtz ons meenam naar de randen van het bestaan. Zij zong over hoe liefde soms in de weg kan komen te staan. Liefde als belemmering of, zoals Alex zelf smekend zingt “noem het geen liefde alsjeblieft”.
Het is de tol van een overvloed aan liefde, aan kunst. Het gebeurt bij mensen die puurheid durven zoeken. Zo hebben wij onze dochters getracht op te voeden. Met alle gevolgen van dien, succes onverzekerd.

Ik tik deze woorden vanuit kamer 2036 van Hotel Le Méridien in Dubai. De cruise op het jacht in de Perzische Golf was een “once in a lifetime experience”. Ik dronk er een cocktail en poseerde voor een foto. Daar sta ik. Op 6.854 kilometer afstand proostend op onze lieve dochter die ik zo intens liefheb, wier verjaardag ik vandaag moest missen omdat de wereld van vraag en aanbod geen boodschap heeft aan puurheid.

 

 

 

 

 

-