Van zondag 12 september tot en met woensdag 15 september 2021 organiseerde Koers is Koers voor de zevende keer in successie een fietsreis naar een beroemde Col uit een grote ronde. Dit jaar verbleven we in Lourdes. Overdag werd er gefietst, ‘s avonds mocht Wielercafé Panache wederom zorgdragen voor het avondprogramma waarin de liefde voor de fiets, zoals altijd, centraal stond.
Alle filmpjes, ervaringen, ontboezemingen, roddels, anekdotes en verhalen zijn verzameld onder de naam De Tourmalet Tales op het blog Spookrijden.nu.

 

Lees/bekijk hier deel 1 van de Tourmalet Tales – De Zegening van de Fiets
Lees hier deel 2 van de Tourmalet Tales – Reisbureau Tours-Nord
Lees/bekijk hier deel 3 van de Tourmalet Tales – Mannen met Baarden

 

***

 

Fietsen aan de zijde van fietshelden. Zodra je het als een vanzelfsprekendheid gaat zien, moet je ermee stoppen. Resoluut. Cold turkey.

Ik reed op de D935 aan de zijde van Steven de Jongh. We waren net Bagnères-de-Bigorre gepasseerd toen Steven mij zijn verhaal vertelde. Ik was een en al oor en dat fietst slecht.

‘Ik kan niet zonder mijn fiets. Geen dag. Ook tijdens de Tour fiets ik. Een uur, anderhalf uur. Ik word vanzelf wakker om een uurtje om vijf uur en dan ben ik letterlijk en figuurlijk weg. Weg van de gekte.’

Een tijdje geleden fietste ik met Koos Moerenhout. In een ritje op een winderig koud Hollands eiland reden we twee aan twee, kop over kop. Toen het de beurt aan Koos en mij was, spraken we over het beste Springsteenconcert ooit. Diehard Springsteenfans willen elkaar graag overklassen met hun Brucekennis en met hun concertbezoeken. Het is altijd een wedstrijdje ver-plassen. Nu is ieder Springsteenconcert per definitie zijn beste concert ooit, geen enkele uitgezonderd, dus het gesprek nam wat tijd in beslag. We fietsten boven de 35 kilometer per uur windje-tegen en Koos somde dromerig de setlist op van het concert dat Bruce op 11 juli 2013 in het Ippodromo Delle Capannelle in Rome ten beste gaf. Koos vertelde over de magistrale uitvoering van New York City Serenade (u weet wel, onder begeleiding van het klassieke strijkersensemble Roma Sinfonietta Orchestra) en ik had de smaak van kots in mijn mond.

Koos had niets in de gaten.

Op de D935 heeft ook Steven de Jongh geen oog of oor voor het tempo dat nét ietsjes te hoog ligt om een gesprek comfortabel te kunnen voeren. De weg van Lourdes naar Saint-Marie-de-Campan gaat al kilometers lang omhoog. Niet steil. Zeker niet. Een paar procentjes maar. Vals plat is een veld landmijnen voor iedere recreatieve wielrenner die zichzelf te serieus neemt.

Ieder moment kunnen je benen ontploffen.

‘Ik kreeg mijn eerste racefiets toen ik dertien was. Mijn vader Cees was zelf een verdienstelijk fietser. Hij had zo wat koersjes in onze buurt gewonnen. Op zaterdag 18 april 1987 gingen we samen mijn eerste racefiets kopen. Die dag zal ik nooit meer vergeten…’

Sommigen noemen het pure porno, een oud-prof op een racefiets. Maar die vergelijking gaat op iedere manier mank. Porno is eendimensionaal, kent geen elegantie, geen klasse. Een oud-prof op een racefiets is pure gratie. Hun fiets is een verlengstuk van hun atletenlijf. Je moet niet de illusie hebben dat je ze kunt bijhouden, die oud-profs. Dat moet je niet eens willen. De insteek is anders. Jij snakt naar adem, zij fietsen met de handjes op het stuur. En vertellen hun verhaal.

‘Ik was natuurlijk apetrots op mijn eerste racefiets. Mijn vader wilde meteen een rondje met mij fietsen, maar daar had ik niet zo’n zin in. Je weet hoe kinderen van dertien zijn. “Morgen gaan we wel pap”, zei ik. Mijn vader ging wel. Niet veel later werd er aan de deur gebeld…’

Oud-profs zijn één met hun fiets, zoals de beul één is met zijn hakbijl. Gisteren beklommen we met een groepje bestaande uit Steven, Arthuro, Lars en Arjan de Col des Bordères, de Soulor en de Aubisque. Bergop reden Steven en Arthuro voor ons uit met een souplesse en gemak die op een prettige manier jaloersmakend was. Ze fietsen niet voor je uit om hun macht te tonen. Wielrenners zijn geen voetballers. Ze gaan je voor zoals een pastoor voorgaat in de kerkdienst. Als volgeling sluit je je ogen en laat je je meevoeren. Zoals ik al zei: je moet ze niet eens wíllen bijhouden. Je moet genieten. Net als tijdens de afdaling van de Soulor toen Steven mij voorbij scheerde. Hij schreeuwde mij iets toe in het voorbijgaan. Iets van “lekker Spookrijdertje!”. Met één compliment van een oud-prof kan ik voor een jaartje of zo de hele wereld aan. Omdat ze het menen. Zoiets voel je in het voorbijgaan. Steven sneed de perfecte bocht aan. Als Valentino Rossi in diens beste dagen. Stevens rechterknie scheerde vlak boven het asfalt. Hij fietste in een reclame voor een fietsmerk.

Hij vóelde de bocht, zo zei hij me later in het hotel. We dronken een biertje. Ik zweette en boerde. Steven lachte.

‘Het was de politie. Mijn vader was verongelukt. Door de laaghangende zon had hij een auto niet gezien. Hij werd geschept. Ik heb me jarenlang daarna afgevraagd “what if”… ik zou die auto vast hebben gezien, maakte ik mijzelf wijs. Dus op de dag dat ik mijn eerste racefiets kreeg, verongelukte mijn vader op de racefiets en werd de racefiets uiteindelijk de spil waar mijn leven om zou draaien.’

Na Saint-Marie-de-Campan sloegen we linksaf, de D918 op.

‘Ik moet pissen Steef sorry’, zei ik aan de voet van de Aspin. Na dit verdrietige verhaal over zijn pa voelde ik mij vertrouwd genoeg om Steven Steef te noemen. Een bromvlieg circuleerde rondom mijn lid. Ik sloeg hem weg waardoor er wat urine op mijn zwarte koersbroek terechtkwam. Steven wachtte honderd meter verder op me. Hij lachte me toe. Ik zou niet zozeer zijn magistrale fietsbenen willen hebben, noch zijn fenomenale achterwerk, maar Stevens royale lach. Die zou ik voor één uurtje willen kapen.

Ik wil ook vrolijk zijn. Net als Steven.

Na enkele bochten fietste hij op de Col d’Aspin van me weg. Ik was blij omdat dat zo hoort. Ik voelde dat mijn benen dik in orde waren. Gesterkt door zijn verhaal werd ik sterker en sterker en met een droeve dikke prop vol plaatsvervangende trots in mijn keel schreeuwde ik Steven zwijgend toe:

‘GA STEVEN GA! VENGA VENGA! BEKLIM DE ASPIN! IN DE GEEST VAN JE VADER CEES! ALLEZ STEVEN ALLEZ!’

 

Voor Cees en Steven de Jongh
Lourdes, 12 september 2021

 

 

Lees/bekijk hier deel 5 van de Tourmalet Tales – Pietje Bell
Lees hier deel 6 van de Tourmalet Tales – Knarsgrind
Lees/bekijk hier deel 7 van de Tourmalet Tales – De Zegening van de Bidon
Lees hier deel 8 van de Tourmalet Tales – Laat ons Dromen
Lees/bekijk hier deel 9 van de Tourmalet Tales – Wedergeboorte
Lees/bekijk hier deel 10 van de Tourmalet Tales – Mensen (voor en achter de schermen)
Lees/bekijk hier deel 11 van de Tourmalet Tales – De Zegening van de Fietsvrienden

 

 

-