DEEL III
Deel I – https://www.spookrijden.nu/looking-for-mr-right/
Deel II – https://www.spookrijden.nu/looking-for-mr-right-ii/
Goed. OK. Gaat-ie:
deze post is, op verzoek van Anita en de kinderen, en uit respect voor Mascha, de gecensureerde versie.
***
Het is een vreemd idee. Jezelf te zien hangen in een vreemde stad, met vreemde mensen. Maar het gebeurt toch echt. Dit is Amsterdam. En daar hang ik. Daar.
Omdat de exen chronologisch logisch hangen, bevindt mijn foto zich pal bij de ingang van expositieruimte Studio K. Ik was als twaalfjarige de eerste ex van Mascha. Als de grote deur open zwiept, en dat gebeurt regelmatig vanwege frequent toiletbezoek, valt mijn foto weg. En met de mijne ook die van Anita en de kinderen.
Symbolisch Spookrijdersbeeld. De openslaande deur die elke keer de deur naar mijn geschiedenis met Mascha dichtgooit.
Het is alsof we er niet echt bij horen, en dat klopt ook. De andere exen zijn èchte exen. Zij delen een verleden met Mascha. En met haar ouders. Sommigen exen praten zelfs met Wethouder Jansen. De wethouder die mij, tweeëndertig jaar later, nog altijd de stuipen op het lijf jaagt. En dat voor een D66-iger.
Wanneer deel je als ex een verleden en wanneer niet? We hebben nooit doktertje gespeeld. Wij hebben nooit gezoend. Ook niet in de boerenschuur van Jasper LeClerq in Klaaswaal. 1982. Mascha bleek enkele etages te hoog. Zelfs het kussen van de fauteuil waarop ik stond bood onvoldoende soelaas.
Platoninsche kalverliefde, dat was het, maar is het genoeg om mijn aanwezigheid hier te rechtvaardigen?
Enkele passages uit Mascha’s dagboek vormen een onderdeel van de tentoonstelling. Uit de brugklastijd. Veel hartjes en pijltjes. Getekend door een op hol geslagen puberhart. De tijd van zwemmen in Zwembad De Plompert, vlakbij Ahoy’. Een krijs. De stilte. Daar lag Lizzy, de vriendin van Mascha. Aan de kant gehesen. En wij, de klas, aan de grond genageld. Enkele rugwervels gebroken. Er was iemand van een hogere duikplank bovenop haar gesprongen. Dus op bezoek. In het Zuiderziekenhuis. Elvira lag toen al in de Daniël den Hoed. Ze had leukemie en was kaal. Elvira was ook verliefd op mij. Dat liet ze me huilend weten toen ik bij haar op bezoek ging. Daarna ging ik bij Lizzy langs. We hielpen haar in het ziekenhuis met het huiswerk tijdens de proefwerkweek. Die zij mocht overslaan en daar was je stiekem jaloers op. Elvira haalde de proefwerkweek niet. Zij overleed. Ze was bepaald niet het mooiste meisje uit de klas. Dat was Mascha. Beiden waren op mij verliefd. Ik was twee turven hoog. En fan van Bennie Wijnstekers. Ik weet nu, achteraf, dat ik dat te lang ben gebleven.
Waarom ben ik benaderd als ex? Had Mascha als start voor de reeks exen een ijkpunt nodig? Die vragen spelen door mijn hoofd als ik naar mezelf staar. Ik kijk nors op de foto, zoals door Mascha opgedragen tijdens de fotosessie eerder dit jaar.
“Die kop….sjezus…..ik had een kater die dag”, verdedig ik mezelf verwijzend naar de Nieuwjaarsborrel waar wij gewoon zijn door te zuipen tot het licht wordt en bloedadertjes als riviertjes door je oogwit trekken.
“Jij kijkt altijd nors pap”, corrigeren dochters Fabienne en Estelle mij.
“Valt reuze mee”, zegt een trotse Anita terwijl ze in mijn bil knijpt. Ik weet niet goed waar ze precies trots op is.
Stilte nu. Want het bal gaat beginnen.
Daar staat Mascha. Met een microfoon in haar hand. Ze haperen om en om. Dan weer de microfoon, dan weer Mascha zelf.
Vorige week leek ze een stuk ontspannener. Op het moment dat ik officieel besloten had geen tijd noch zin te hebben in de boekpresentatie trok Mascha me over de streep. Zonder dat ze het wist. Ze was ter promotie van het boek te gast bij het programma Hemelbestormers van Radio2. Ik had geen weerstand tegen de bescheiden glimlach van Mascha die vanaf seconde vijf al te bewonderen was:
Ze heeft nog altijd de vrouwelijke baard in de keel. Alsof ze een hele nacht heeft doorgehaald. Maar niet ordinair, nee nee. Verre van zelfs. Ze is salonfähig. Niets wijst op haar Rotterdamse komaf, de stad waar de platte vloek nog gekoesterd wordt. Ik zou haar een keer willen horen vloeken. Met een paar enge ziektes en minimaal één godslastering, maar daarvoor is ze te beschaafd. Ze hield dusver geen enkele relatie in stand. Zou hier sprake kunnen zijn van een causaal verband?
De Spookrijder zegt: vloek om de vloek op te heffen.
De Radio2 glimlach van Mascha glijdt moeiteloos over in de expositieruimte van Studio K, gelegen aan het Timorplein, Amsterdam-Zeeburg. Lachen kan ik nog altijd niet. We hebben zojuist op het buitenterras twintig minuten op onze drankjes moeten wachten.
De bestelling viel dan ook niet mee: een Spa blauw, twee roseetjes en een biertje. Na een kwartier wist de studentenober, gezeten aan een tafel, me te vertellen dat onze bestelling genoteerd was maar dat ‘het nogal druk was’. Zijn vork prikte in het laatste stukje biefstuk.
Ondertussen zaten twee grijzige Amsterdammers volop te genieten van het Amsterdammer zijn: een dagtaak want als Amsterdammer moet iedere opmerking ráák zijn en ieder biertje moet met een leuke kwinkslag besteld worden.
(voorbeeld: een keurige oma zit met haar kleinzoon aan de lange tafel van de twee Mokummers. Als oma naar het toilet gaat, vraagt de ene ras-Amsterdammer aan het ventje: waarom neem je een Cola en geen biertje man? De twee gieren het uit van het lachen. Nog altijd geen flauw idee waarom. Denk bij deze clou-loze grap van Thomas-Acda-niveau zelf het vette Jordaanse accent bij, en u begrijpt dat de sfeer in ons gezin te snijden was).
Naast ons een stel in problemen. Zij is aan het woord. Hardop. Ze heeft tijd voor zichzelf nodig. Ze heeft ruimte nodig. Ze heeft een klankbord nodig. Ze heeft een luisterend oor nodig. Ze heeft een empathische man nodig. Koop eens een goede vibrator, dacht ik nog. Baat het niet schaadt het niet en bovendien: wat is er voor een vrouw met huwelijksproblemen in hemelsnaam empathischer dan een fijne dildo?
Toen Estelle met een nogal onhandige manoeuvre vervolgens mijn biertje omver lazerde, had Mascha geen beter moment uit kunnen kiezen de buiten aanwezige gasten te vragen naar binnen te komen.
En daar staan we nu. Enkele dominees lopen voorbij want Mascha’s microfoon hapert nog altijd en DJ Philippona, een uit commercieel oogpunt mijns inziens ongelukkig gekozen naam (ik bedoel hoe spreek je zoiets uit als je lazarus bent en je wilt haar bij iemand aanprijzen) pakt dit pijnlijke moment van stilte niet aan om er eens een lekkere jazzplaat tegenaan te knallen. Ik begin behoefte aan een polonaise te krijgen. Zo eentje die je zelf begint en waaraan niemand aansluit.
Mascha loopt intussen rood aan. Het maakt haar extra kwetsbaar. Ze had zo veel exen niet verdiend. Als ze zich maar niet met de schuldvraag bezig houdt. Mannen worden sowieso overgewaardeerd. Een van de exen na mij had loyaal aan haar moeten zijn. Blozende wangen verdienen opgevangen te worden. In twee kalme mannenhanden. Ik slik een vloek weg.
Twee vrouwenhanden verschijnen. Op de beamer. De handen bladeren door het boek. Dit moeten de handen van Mascha zijn. Haar handen die alle exen, behalve de eerste, hebben gestreeld. Op de tast naar houvast, naar het eeuwige geluk.
(klik hier voor het filmpje dat geopend zal worden in een nieuw venster:)
https://www.facebook.com/video.php?v=329360853890134
Dan verschijnen onze foto’s. Levensgroot. Het enige burgergezin, zo lijkt het. Geen enkele reactie uit de zaal. Zelfs de stilte kent hier geen echo. Geen “oeh”, “aah” of “hahaha” die de andere exen zojuist wel ten beurt vielen. We worden ontkend en dat is volkomen terecht.
***
Dan wordt tijd vrij gemaakt voor een kleinkunstoptreden. Twee liedjes worden voorgedragen waaronder eentje a capella. Bij het tweede liedje tokkelt een droog klinkende Spaande gitaar mee. Verwezen moge worden naar de openingszin van deze post.
***
Tijdens de twee liedjes zit een vriendin van Mascha lusteloos op de grond. Dat zou ik nu ook graag willen doen. Zo stoïcijns mogelijk tegen een muurtje zitten terwijl overige gasten met een chique glaasje Prosecco keurig rechtop staan. Maar dat durf ik niet. Bovendien kan ik slecht ongeïnteresseerd kijken. Daar ben ik te katholiek voor. En teveel metaalhandelaar.
We gaan op de foto. Alle aanwezige exen. Nou niet allen. Vijf. De zesde, Arjan (1985, dus eentje uit mijn era) was te laat. Hij rolde pas na dit Kodakmomentje binnen: zijn rolstoel zat vast tussen de deur waardoor mijn foto nóg langer onzichtbaar was. Een gênante toestand. Terwijl ik de deur met geweld trachtte terug te duwen om mijn foto wat meer airplay te geven, kwam ik er te laat achter dat ik tegen zijn linker voorwiel stond te duwen.
Het begint me weer te duizelen. Al mijn ontmoetingen met Mascha zijn tot dusver op regelrechte flaters uitgelopen. In 1982 kwam ik tot haar navel. In 1989 werd mijn jeukend kruis niet verzilverd omdat ik de filterkant van mijn sigaret aanstak. En anno 2014 sta ik als een idioot tegen het rolstoelwiel van een van haar exen te douwen. Ik sta gewoon voor lul, alsof ik model heb gestaan voor de man op de kaft.
De duizeling wordt versterkt door filosoof Jan Drost die een essay houdt over De Liefde.
Nou mag ik graag filosoferen. Vooral over de overbodigheid van Britse muziek of over het nut van Ivo Niehe, maar filosoferen over De Liefde lijkt me even zinloos als de uitslag van een wedstrijd van Feyenoord voorspellen. Maar goed, er wordt een dappere poging gedaan om met het hoofd het hart te bereiken, of op zijn minst te begrijpen.
Aan de hand van de Franse romanticus Stendahl neemt Drost ons mee naar de Zeven Stadia van de Liefde.
Ik probeer linken te leggen. Dwarsverbanden. Tussen Drosts betoog, Mascha’s zoektocht naar Mr. Right en mijn liefde die ik al drieëntwintig twintig jaar met Anita deel. Terwijl de meerderheid van de gasten met de geponeerde stellingen instemmend knikt, belanden mijn existentialistische overpeinzingen al snel op een dood spoor. Als ik Stendahl of Drost mag geloven heb ik gedurende mijn twintigjarige huwelijk iets cruciaals in mijn liefdesleven gemist maar ik heb geen idee wat.
Denk ik wellicht te simpel? Te nuchter? Of juist te romantisch dat ik niet toesta dat de Liefde in categorieën wordt ingedeeld. Dat doen ze maar bij de Jumbo met pinda’s, havermout en chocoladevlokken.
De Spookrijder zegt: de sleutel tot het slot der liefde is opoffering.
Hoe wordt onze liefde gerubriceerd die ik zou willen omschrijven als een pragmatische geen-woorden-maar-daden-op-zich-zelfde-staande-niets-of-niemand-ontziende vanzelfsprekendheid?
Met geen woord rept hij over de platonische kalverliefde die twee twaalfjarige Rotterdamse schoolkinderen deelden. Hiermee wordt in metafysisch zin bevestigd wat ik me steeds al afvroeg: hoor ik hier wel te zijn?
Weer stilte. De ceremoniemeester kondigt dichteres Kira Wuck aan.
Eindelijk is het genieten geblazen. Poëzie en liefde, twee stiefkinderen van het gemoed met dezelfde bloedgroep.
Kira, een sokkenbollenachtige bont geklede dochter van Fins-Indonesische makelij, strompelt naar het podium waar zij niet op maar vóór gaat staan.
Ze draagt voor uit eigen werk.
In haar linkerhand houdt ze haar dichtbundel met ezelsoren vast. Er dwarrelt een blaadje uit. Het derde gedicht staat op haar iPhone, ongeveer de laatste proeve van moderniteit die je bij haar verwacht. Op een prettige manier komen haar gedichten mij even onsamenhangend over als de hier aanwezige exen.
Ze fladdert van het ene absurde gedicht naar het andere, houdt geen inleidende praatjes, heeft geen afrondend knikje om het applaus van het publiek te ontlokken. Haar ontbeert ieder gevoel voor intonatie, timing of timbre.
Heerlijk eerlijk, ik lust er wel pap van. En zo klinkt haar naam ook. Als een product. Een merk. De Kira Wuck shake. Of de Kira Wuck cocktail. Zo’n dodelijke, waarvan je na drie slokken al vloeiend Hebreeuws begint te lullen.
Sommige mensen kiezen voor kunst, de ongepolijste Kira Wuck is Kunst. Zij doet geen poging om de wereld te begrijpen. Ze past niet en daarom juist weer wel. Haar poëzie is haar belletje naar buiten en het interesseert haar geen moer of er iemand is die opneemt.
Tijd om te gaan. Feyenoord-Willem II begint. Vier snelle zoenen voor Mascha, bedankt voor de ontvangst en succes met haar nieuwe vlam met wie ik gemeen heb dat we beiden geen ex van haar zijn.
We spreken af snel af te spreken. Ze komt eerdaags langs met een nieuw exemplaar van het boek. In de huidige eerste druk zaten blijkbaar enkele drukfouten. Ik verdenk een van de aanwezige exen als zijnde de drukfout maar deze flauwe grap laat ik, geheel tegen mijn natuur in, achterwege.
Als ze met haar nieuwe vlam bij ons langskomt, zal ik mijn beste beentje voor zetten. Wijn zullen we drinken. Zeker rood, en hoogstwaarschijnlijk veel. We zullen niet over voetbal praten want ik heb stiekem op Facebook gezien dat hij voetbalclub Ajax ‘liked’.
De drieluik Looking for Mr. Right wordt een vierluik, en Deel IV zal ik coûte que coûte ongecensureerd schrijven.
Als ik mezelf ooit nog een censuur opleg, dan beloof ik plechtig als Spookrijder zelfmoord te plegen en zal ik nooit meer één woord schrijven.
***
Dank aan Mascha voor haar moed en haar bescheidenheid.
Dank dat Anita, Fabienne, Estelle en ik mochten deelnemen aan deze bijzondere en inspirerende reis. Wij zijn en waren vereerd.
https://www.lindanieuws.nl/snacks/zoektocht-naar-al-mijn-ex-geliefden/
https://www.voordekunst.nl/vdk/project/view/2430-mr-right
https://cargocollective.com/maschajansen/
De ongecensureerde editie van deze post is alleen als bootleg verkrijgbaar: illegaal en peperduur.
Wow…stil van, en dat komt niet veel voor!