Lees hier deel 1 van de vierluik De Schreeuw
Lees hier deel 2 van de vierluik De Schreeuw
Lees hier deel 3 van de vierluik De Schreeuw
DEEL 4 JACOBS LADDER
HOOFDSTUK 7 – TERUG IN DE WOESTIJN
Onno Zel en Ray Alist konden hun geluk niet op. Hun campagne in de woestijnstad was een groot succes geworden. De omgekeerde wielerpet van Onno zat al snel vol, waarna ook Ray’s pet nodig was gebleken. En daarna nog veel meer petten.
Er had zich een grote menigte rondom Onno en Ray geformeerd – vrijwel iedereen wilde een bijdrage leveren.
Iets doen.
Iets goeds doen.
Iets zinvols doen.
Dat vooral.
Een reizend circus was gestopt bij de twee fietsende boezemvrienden. Zij hadden ook hun publiek, voornamelijk kinderen, meegenomen. Acrobaten deden kunstjes, de clowns (die zichzelf cliniclowns noemden) maakten de mensen aan het lachen, de circusdirecteur ging met de hoge hoed langs. Hij oogstte wat de circusartiesten hadden gezaaid.
En het werd drukker en drukker.
Alle circusartiesten droegen eenduidige herkenbare groenwitte kleding, trots als zij waren op hun hoger gelegen doel, trots op de verbondenheid, trots op hun actieve bijdrage. Woorden zijn de kleding die gedachten dragen, hadden Onno en Ray ooit ergens gelezen.
“Wij zijn éé-één!”, zongen de mensen op de melodie van Jacob’s Ladder.
‘Onno, jij doet mij denken aan het verhaal van Jacob’, zei Ray, ‘ook jij kunt ladders bouwen die tot aan de hemel reiken.’
‘Ik kan niet zonder jou’, zei Onno Zel, ‘jij houdt me met beide benen op de grond. Ik wil te graag te veel. Ik weet het.’
‘Maar ik kan ook niet zonder jou’, glimlachte Ray Alist, ‘zeker als mijn nuchterheid het enthousiasme overstijgt. Daarom heb ik jou nodig, Onno. Het vuur moet blijven branden.’
Ze zeiden het reizend circus vaarwel, pakten hun kampement in en pompten de bandjes van hun fiets op. Ze waren terug bij af, want ieder jaar staat de teller op nul en begint alles weer van voor af aan.
‘Volgend jaar weer?’
‘Volgend jaar weer!’
En zo fietsten Onno Zel en Ray Alist terug de woestijn in. Hand in hand vastberaden, op karakter, omdat niets doen geen optie is.
En omdat roepen helpt. Altijd. Te beginnen in de woestijn.
HOOFDSTUK 8 – DE AANVAL VAN ALPE D’HUEZ | JACOBS LADDER
BOCHT 7 t/m FINISH
Ik fiets de hele dag al in een bubbel, omdat ik maandenlang trainde in een bubbel. De bubbel gaf mij de discipline en de adrenaline om te trainen. Keihard te trainen. De bubbel zorgde ervoor dat ik de onmacht kon omzetten in daadkracht. Woede alleen is even zinloos als het vol gas inrijden op een blinde muur.
Mijn bubbel heeft een naam. Mijn bubbel heet Luca, een prachtig mooi meisje van zes jaar jong. Ze heeft prachtige zwarte krullen en een sneeuwwitte huid. Luca is echt als Sneeuwwitje, maar dan nóg mooier al was het maar omdat Sneeuwwitje risicoloos Mireille Mathieuhaar heeft. Het zit Luca niet mee, waarmee de understatement van de eeuw geschreven is. De ouders van Luca ken ik alw…
Momentje, ik ontvang een filmpje. Van Luca’s moeder. Het filmpje duurt 10 seconden. Luca op een fiets. Ze draagt een groene jas met rode aardbeitjes en een paarse rugzak. Ik denk met twee boterhammetjes, wat schoolwerk en snoepjes erin. Voor in de pauze.
“Hoi Marco.
Jij gaat vandaag fietsen.
Ik zit ook op mijn fiets dus ik ga heel veel aan je denken.
Doei!”
Einde bericht. Luca slingert een beetje net als ik op de Alpe. Op 5 maart werd Luca’s zusje Senn twee jaar. Achttien dagen later moet Luca zich melden bij de afdeling Oncologie in het Leids Universitair Medisch Centrum dat er van binnen uitziet als het Centre Pompidou in Parijs, aangezien het plafond en de binnenmuren vooral uit glas en buizen bestaat.
Luca: ‘Mama, waar zijn die buizen voor?’
Mama: ‘Dat is een luchtzuiveringsinstallatie’.
Luca: ‘Ohw, ik dacht dat daar bloed doorheen stroomt’.
‘Ik moet kotsen’, zegt Ed de Slopert even voorbij bocht 7 die hij net nog passeerde met een zwaaiende rechterarm op de melodie van Leef! van Dré Junior. Ik moet dringend praten met die Sloper. Niet over voetbal, dat station zijn we (net als bocht 7) al gepasseerd, maar over muziek.
‘Dan stoppen we toch? Tijd zat.’
‘Nee. We gaan door.’
Een volgende ergernis (in slagorde vlak na Leef!) is de officiële slogan Opgeven Is Geen Optie. Welnu, opgeven was weldegelijk een optie voor Mark die na drie beklimmingen heeft moeten opgeven, omdat zijn onderrug en zijn hamstrings dienst weigerden.
Ook voor terminale kankerpatiënten is opgeven een optie, sterker nog: het is vaak de enige optie. Dit lijntje kunnen we doortrekken naar de oncologen die een zoveelste slecht nieuws gesprek moeten aangaan met de directe familie van een kankerpatiënt.
“Helaas heb ik geen goed nieuws.”
Soms moet de oncoloog opgeven. Soms de patiënt. Soms (de meest onschuldige en nietszeggende variant in deze serie) de Alpe d’HuZesdeelnemer.
En soms moet de Alpe d’HuZesdeelnemer eerst overgeven en pas dan opgeven. Zoals Ed de Slopert die ik de Heilige Zes zó enorm had gegund.
‘Ik moet kotsen.’
Vincent Cornelissen heeft op 27 september 2021 ook moeten opgeven. (Vloekt u hier met een gerust geweten). Robert-Jan heeft voor deze Alpe d’HuZes missie een prachtig stel mensen bijeengebracht. Ze zijn hier allemaal ter nagedachtenis aan Vincent en ter ondersteuning van Nathy.
Woorden van troost hebben pas daadkracht als woorden van daden worden voorzien.
Robert-Jan is een timmerman – met zijn team bouwt hij een ladder naar de hemel. Naar voorbeeld van Jacob. Als een vaderkloek waakt de lieve grote grappige en soms provocerende Robert-Jan over zijn ploeg, op een manier waarbij de humor -goddank- nooit ver weg is. Soms verglijdt onze (niet door iedereen begrepen, laat staan geapprecieerde) humor in ware poëzie, al betreft het hier poëzie voor de literaire fijnproevers onder ons.
Krachtige mensen heeft Robert-Jan meegenomen. Stuk voor stuk liggen ze lekkerder in de mond dan de naam van de firma waarvoor zij werkzaam zijn.
Aigo? Youknow? Whyno? Whynot?
Wie zijn ze dan?
Ze is Bertie. Prachtige man. Kan zo figureren in een Prodentreclame. Of voor een of ander modemerk dat wintertruien verkoopt. Bertie met een grijs baardje op een zeiljacht met zo’n wollen trui. Voor de foto een beetje trekken aan de fok. Maar Bertie is niet op de Alpe om wintertruien te verkopen. Bertie is hier voor Vincent. En omhoog gaat ie. Eén keer. Twee keer. Drie keer.
Wie zijn ze dan?
Ze is Harold Koop van ’t Jagt, de enige deelnemer die wij met achternaam vernoemen. Want Koop van ’t Jagt is de naam van een baron, iemand die regelmatig luncht met Prins Pieter om wat over de dagkoersen van zijn huurpandjes in de hoofdstad te sparren. Maar Harold Koop van ’t Jagt blijkt gewoon een jongen uit Groningen te zijn (maar wel verstaanbaar. Op een blauwe maandag werd ik ooit in Delfzijl geposteerd voor een opdracht, die ene blauwe maandag werden uiteindelijk enkele blauwe maanden. Niet te verstaan die mensen. Bij iedere werkbespreking moest ter ondertiteling Teletekstpagina 888 aan). Maar Harold Koop van ’t Jagt doet niet aan accenten of dialecten. Die gozer doet aan volleybal, zo vermoeden wij. Maar hij gaat wel omhoog. Met de fiets. Voor Vincent. Eén keer. Twee keer. Drie keer.
Wie zijn ze dan?
Ze is Joost. Volgens Facebook komt Joost uit Tollebeek en zoiets maakt mij blij. Ik heb geen idee waar Tollebeek ligt, ik heb er nog nooit van gehoord, en het is mythisch mooi om níet naar de whereabouts van Tollebeek te googelen. Juist niet. Tollebeek moet gewoon ergens bestaan, ergens liggen. Maakt niet uit waar. Want we hebben hier de volle focus op Joost die hier ter ere van zijn collega Vincent is. En dus gaat het omhoog. Eén keer. Twee keer. Drie keer. Vier keer.
Wie zijn ze dan?
Ze is Twan. Twan heeft ooit gestudeerd aan de University of Greenwich en is daarmee naar alle waarschijnlijkheid 921 keer slimmer dan schrijver dezes. Toch horen of zien we hem nauwelijks. Twan is niet van de Schreeuw. Als marathonlopert kent Twan zijn pappenheimers. Laat zich door niets of niemand afleiden. En fietst omhoog. Voor Vincent. Eén keer. Twee keer. Drie keer. Vier keer. Vijf keer. Zes keer!
Wie zijn ze dan?
Ze is Nick, de beste fietser die Robert-Jan namens Aigo, Youknow, Whyno, Whynot heeft meegenomen. Van Nick werd vooraf een Alpe d’HuZeven voorspeld, maar Nick is niet iemand die zich laat opjagen. Wel laat hij zich graag in zijn blote kont masseren. Dit voorval zou tussen Nick en masseur Gio blijven, ware het niet dat de Spookrijder op hetzelfde moment op een tafel ernaast werd gemasseerd. Zijn vulpen is zijn fotocamera, er is geen kruit tegen opgewassen, laat staan de handen van Gio over het gespierde bilvlees van Nick. Maar Nick is hier met een missie. Voor Vincent. En dus gaat het omhoog. Omhoog en omhoog en omhoog. Eén keer. Twee keer. Drie keer. Vier keer. Vijf keer. Zes keer.
Wie zijn ze dan?
Het zijn de mensen van Robert-Jans Aigo, Youknow, Whyno, Whynot en we hebben van ze genoten.
Momentje weer. Sorry. Ik ontvang een appje van Luca’s moeder. Het is dinsdag 9 mei 2023.
“Lieve allemaal. Ingreep is goed gegaan. Tumor was wel groter geworden (paar mm), maar ze hebben alles kunnen behandelen. Geen nieuwe plekken geconstateerd. Luca is goed wakker geworden uit de narcose. Bedankt voor al jullie liefde. Hartje + twee kusjes.”
Bij het appje zit een filmpje van Luca. In een ziekenhuisbed. Haar gitzwarte haar zit in een knotje dat met een rood elastiekje bijeen wordt gehouden. Het filmpje duurt 1 minuut en 43 seconden. “Het was niet heel erg leuk”, zegt Luca terwijl ze een stroopwafel eet. (Al dik veertig jaar maak ik van mijn stroopwafel Frankrijk. Zes keer in de rondte bijten, meer werk is het niet). “En toen had ik narcose”, vervolgt Luca, “en ik kreeg een mondkapje voor het infuus. Daarna ging ik uitslapen. En toen ging ik weer hierheen.”
Hier valt het laatste stukje van haar stroopwafel op het laken.
“En toen kreeg ik macaroni met saus en wortels en komkommer en wafels te eten. Ik heb twee keer besteld. Misschien komen ze nog een keer langs. Voor nog een beetje eten. En dan ga ik misschien iets anders bestellen.”
Hier pakt Luca een Wicky. Ze zuigt door het rietje. Geluiden die aan vroeger doen denken. Als je na zwemles een pakje appelsientje kreeg. “Niet slurpen”, zei je moeder. Maar Luca mag wel slurpen. Luca móet slurpen. Haar hele leven lang. Over twintig jaar zit ze op een terras. En dan een dikke middelvinger naar de mensen om haar heen. Wie zijn ze dan?
“En wat gaan we zo doen?”, vraagt Luca’s moeder.
“Naar huis”, zegt Luca.
“En wat hebben ze nou gedaan toen je aan het slapen was?”
“Dit”.
Luca haalt haar ingezwachtelde rechterpols onder het laken vandaan.
“Infuus. Met draadjes”.
“En iets aan je beentje toch?”
Luca knikt en zuigt de laatste druppels vruchtensap uit haar Wicky.
“Maar het ging goed hè? En nu gaan we lekker naar….?”
“Huis!”, zegt Luca, “doei!”
En ze zwaait vanaf haar ziekenhuisbed.
Genieten kan je van iemand als Ger. Genieten doet hij zelf ook. Op zijn manier. Hij verdient een eigen tv-programma. Iets van Genieten met Ger. Ger fladdert van groep naar groep, springt weg, laat zich zakken, is er weer vandoor en komt weer terug. Ger is aanwezig als onze Lieve Heer: altijd onverwacht. Ger is overal, nergens, vriendelijk, belangstellend, open, grappig en karaktervol. Startnummer 6493 bleek zijn geluksnummer, want maar liefst zes keer bestijgt Ger Jabobs ladder aan de top van Alpe d’Huez.
Een prestatie die geëvenaard wordt door mijn goede (en letterlijk en figuurlijk) grote vriend Rambo (of “Smillie” voor de minder gevorderden). Niemand die zo gemeen hard kan fietsen in de polder, niemand die sprintend zoveel plaatsnamenbordjes weet te verzamelen tijdens trainingen als onze Rambo, niemand die zo teringhard van een berg daalt als onze Rambo, niemand die zich zo kan afsluiten van alles en iedereen als onze Rambo (of ik moet het zelf zijn). Zes keer, met een middelvinger naar de duivel. Wie is tie dan?
En dan fucking held Danny. Met een dubbele stoma fietste hij weg van het besef van tijd en plaats met slechts één missie in zijn immer glimlachende hoofd: editie 2023 moest zíjn Alpe d’HuZes worden waarbij hij de ZES in hoofdletters had geschreven en schrijven is willen is kunnen is moeten is doen. Precies tien jaar nadat bij hem kanker was geconstateerd (lees hier zijn indringende verhaal) overwint hij zes keer de Alpe. Fucking held Danny is een tearjerker op de fiets, een toonbeeld van lef, een voorbeeld van wilskracht.
Norbert, onze witte Keniaan, sluit het rijtje af van helden die deze editie van Alpe d’HuZes de Heilige Zes hebben weten te halen. Norbert, wiens wil van beton is. Norbert, de man van woorden en daden. Norbert, die lacht om het gegeven druk. Norbert, de man die vooraf zegt “goed te zijn” en het dan ook gewoon ís. Norbert doet niet aan romantiek, Norbert doet aan diagnostiek. Volgens Jean-Paul Sartre is de mens alleen datgene wat hij van zichzelf maakt, welnu Norbert is een hardloopmachine, een wielrenmachine en een rekenmachine ineen. Norbert begrijpt niet veel van Onno Zel. Maar bovenal heeft Norbert een hart van puur goud wiens voorbeeldige verantwoordelijkheidsgevoel een norm voor ons allen moge zijn.
Naast fanatiek fietsen en wandelen zullen wij ook het leven vieren. Dat zijn we aan onszelf en aan onze dierbaren verplicht. Wij, de groenwit gekleurde Rotterdam Fund Racers, zijn er dan ook erg gedreven in.
Bij restaurant La Lanterne heb ik na mijn vijfde beklimming eindelijk de moed en geestelijke energie om aan Niels te vragen hoe hij Alpe d’HuZes ervaren heeft.
En onze Niels spreekt…
“Ik ervaarde een soort oerkracht toen ik voor het eerst ooit over de finish van Alpe d’Huez kwam. Alsof het kapot trekken van je bovenbeenspieren een luikje open zet waarbij al je oergevoel naar boven komt. Ik deed het toch voor mama, maar dat voelde ik pas op 1800 meter hoogte. Precies onder de vlaggetjes, ik keek naar boven, het vocht stroomde over mijn wangen en het enige wat ik nog kon was tegen een spandoek over mijn stuur hangen. Janken. Schreeuwen. De pijn voelen. Eindelijk. Wat deed het zeer en wat was het mooi tegelijk. Niemand was er voor de troost maar dat gaf niet want Juul en Nine waren hun eigen reis aan het maken. Lopend, klimmend.”
De laatste in de rij der helden is niemand minder dan de iconische Ron, de man die ons gisteren, vlak voor de teampresentatie, een kort moment apart nam. Op zijn Rons.
‘Ik heb nieuws. Luister.’
Bij Ron nooit een spoor van herkenning of het goed of slecht nieuws betreft. Zo weet je ook nooit of Ron een mop vertelt of ís. Voer voor filosofen, zoiets.
Sorry, even weer een momentje. Ik ontvang weer een appje van Luca’s moeder. Het is woensdag 10 mei 2023. Het is een foto zonder begeleidend commentaar. In een ziekenhuisgang draagt Luca’s vader zijn oudste dochter. Luca houdt haar papa stevig vast. Ze draagt een blauw spijkerjasje, een roze broek en stoere zwartwitte Nikes. Een zichtbaar vermoeide Luca glimlacht van oor tot oor over de schouder van haar vader. Ze kan ieder moment haar tong uitsteken, zo lijkt het. In haar linkerhand houdt ze een pakje Wicky en een nog ingepakte stroopwafel. Dat wordt vast Frankrijk!
Ze mogen naar huis.
‘Luister eens’, vervolgt Ron, ‘Anita en ik worden oma en opa. 5 december gaat dat gebeuren. Mooi toch?’
We besprongen Ron op een manier waarop hij een dag later, fietsend langs restaurant La Lanterne op de Route d’Huez, ook haast besprongen wordt. Bliksemsnel heeft DJ Jorrit Mijn Opa Mijn Opa van Leen Jongewaard opgezet als Ron langs fietst. En zo wordt Opa Ron toegezongen.
Op de Alpe worden leven, ziekte en dood verenigd.
***
In mijn bubbel lijdt geen enkel mens, laat staan kind, aan kanker. Het maakt me razend en verdrietig tegelijk. Maar de wind van de woede heet tegenwind en op de velden van verdriet groeit geen enkele bloem. We moeten iets doen met onze woede en verdriet.
Het is voor mij het ultieme motief om actief mee te doen aan de jaarlijkse campagne van de Stichting Rotterdam Fund Racers en het is mij dan ook een enorme eer dat ik ambassadeur van de Stichting mag zijn.
Een woord van dank aan Luca en haar ouders voor de medewerking aan dit verhaal. Het respect dat ik voor dit gezin heb is in geen enkel woord, zin, alinea, hoofdstuk of verhaal te vangen.
***
Deze Alpe d’HuZes editie stond met name in het teken van:
Lisette in ’t Veen
28 maart 1960 – 29 maart 2023
Vincent Cornelissen
1 juli 1967 – 27 september 2021
***
Dank aan het bestuur van de Stichting Rotterdam Fund Racers. De vijf bestuursleden Lars, Mark, Norbert, Ruud en Thomas zijn zowel de bouwstenen als het cement van de Stichting. Vijf verschillende karakters met één gemeenschappelijk doel. Door hun toedoen werd ook deze editie va Alpe d’HuZes in alle aspecten een enorm succes. Vanwege de geboorte j.l. van zijn dochter Noa was Lars begrijpelijkerwijs afwezig deze editie.
Dank aan de deelnemende Rotterdam Fund Racers van deze Alpe d’HuZes editie. Dank voor de inzet, de humor, de daadkracht en voor het geloof in de missie!
En dank aan alle donateurs die gehoor gaven aan onze oproep om onze campagne vooral financieel te ondersteunen. Herhaald zij: met complimenten alléén bereiken we ons doel niet! Nog altijd zijn keiharde knaken nodig om kanker als dodelijke ziekte de wereld uit te krijgen.
Iedere donatie begint met empathie.
Opgeven is weldegelijk een optie, niets doen echter niet. Onder geen enkele voorwaarde.
***
FOTO- EN FILMGALERIJ ALPE D’HUZES 2023
HET BEGELEIDINGSTEAM
Onze grote dank gaat uit naar het begeleidingsteam van de Rotterdam Fund Racers editie 2023, bestaande uit Virginia Multem, Henry de Vrij en Giovanni Ostaloni van de medische staf. Hun support gaat verder dan alleen de verzorging van de spieren, pezen en gewrichten. Een opbeurend woord, een schouder, een klankbord, een grap (dit jaar vooral over voetbal met Henry) en een goed gesprek. Daar staat dit drietal voor en we kunnen hen niet vaak genoeg bedanken daarvoor.
Zonder DJ Jorrit geen Alpe d’HuZes voor de Rotterdam Fund Racers. Na bocht 1 weten we: de begroeting van Jorrit laat nooit lang op zich wachten. Met een nooit aflatende energie en een arsenaal aan grappen weet hij, mister Positivo himself, het publiek en de deelnemers op onnavolgbare wijze te enthousiasmeren. Dank Jorrit voor alle inspiratie!
Dank aan Heidi Leeuwangh voor het vele broodnodige organisatorische werk, veelal achter te schermen. Een i is niet meer dan een verticaal streepje als er geen punt op staat. Heidi is alle puntjes op alles i’s.
Klik op een afbeelding voor een vergroting
TEAM 4
Michel – Welsey – Gerben – Rory – Niels – Julienne – Nine
Klik op een afbeelding voor een vergroting
TEAM 3
Robert-Jan – Nick – Bart – Bas – Bertie – Twan – Joost – Harold Koops van ‘t Jagt – Marc – Monique – Nathalie
Klik op een afbeelding voor een vergroting
TEAM 2
Arjan – Thomas – Ger – Marijn – Ingrid – Jeroen – Bram
Klik op een afbeelding voor een vergroting
TEAM 1
Norbert – Anne – Ruud – Marco – Ed – Danny – Tamara – Marc – Steven – Ron
Klik op een afbeelding voor een vergroting
***
Dank aan de alle supporters ter plekke en in het vaderland voor de ondersteuning die op tal van manieren tot ons kwam. Het hartstochtelijk meeleven, reageren en delen (op social media) werd tot in onze nieren gevoeld.
Klik op een afbeelding voor een vergroting
De meeste foto’s zijn gemaakt door Josien – dank daarvoor! De overige foto’s zijn afkomstig van de deelnemers zelf.
***
In totaal haalden de Rotterdam Fund Racer deze editie 112 keer de top van de Alpe. De Alpe d’HuZes campagne 2023 van de Rotterdam Fund Racers leverde €282.200,00 (and counting) op!
Met dit bedrag heeft de Stichting Rotterdam Fund Racers door de jaren heen een totaalbedrag van maar liefst 1,4 euro miljoen aan fondsen geworven voor het KWF!
Een deel van dit bedrag is bestemd voor lokale doelen zoals de ondersteuning van het Familiehuis Daniel den Hoed, het Hospice Barendrecht, het Hospice Lansingerland, het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis en de Stichting Koppie Au.
De Stichting Rotterdam Fund Racers is hét netwerk van actieve Rotterdamse ondernemers dat vanuit het hart iets terug wil doen voor de samenleving. Bezoek hier onze geheel vernieuwde website die tot stand kwam door Jean-Jacques Sliepen. Dank JJ voor al je geweldige werk in deze!
***
Lees in de serie Alpe d’HuZes 2023 ook:
***
Met respect en eerbied herdenken de Rotterdam Fund Racers onze geliefden die overleden zijn aan de gevolgen van kanker:
Cobi van Krugten
Piet Leeuwangh
Pieternel ‘Appel’ van Klaveren-van der Heijden
Mattheus Cornelissen
Ton van der Laan
Jeanne Alsemgeest
Piet Smilde
Matty Smilde
José Vroom
Philippe Haverbeke (Omoes)
Egbert van Waes
“Maatje”
Jaap Bouterse
Ton van Oosten
Henny Hurkmans-Matulessy
Remco Henkelman
Ria Baarda
Ferenc Vermaas
Ans de Boer
Robin van ’t Haar
Truus van Helden
René Carpier
Frans van Dijk
Jack Bakker Sr.
Raymond van der Putten
Hennie van der Putten
Liliane Spek
Albert Manubulu
Ivonne Kuipers
Lex Stockx
Lea van den Bos
Zier Vuijk
Ardjan Maat
Renate Vastbinder
Peter van Heijningen
Gusto van Heijningen
Lianne Werner
Gerard Wijmans
Wil Bierhuizen
Hans Landré
Marvin Lugthart
Corrie Multem-Merbi
Ad van Leeuwenburg
Flip Weerheim
Eef Farenhout
Rinus Lievaart
Gerrit Driehuis
Riet Driehuis
Vincent Cornelissen
Lisette in ‘t Veen
Bep Beekwilder
Sandra ’t Gilde
Johan Hardenbol
Arjo van Klaveren
Hallo Marco
Zoveel herkenning in je verhalen.
Wat was het afzien en wat was het fijn om te doen.
Emotie, verdriet en vreugde alles meemaken.
Helaas bestond ons team uit 4 leden, waarvan 1 zelfs nog 4 weken voor we naar de Alpe gingen een hernia kreeg en moest afhaken.
Het was afzien maar gesteund door de menigte heb ik hem toch 2 x
gelopen. Ik hoop net als jij er volgend jaar weer bij te zijn.
Jammer dat we elkaar gemist hebben.
Deze ervaring was onvergetelijk.
Groetjes Marian